Sociale huurwoningen
De huren van sociale huurwoningen stegen bij sociale verhuurders met gemiddeld 5,6 procent. Bij de overige verhuurders was de huurstijging van een sociale huurwoning met 5,7 procent iets sterker. Vrijesectorwoningen stegen met 5,0 procent minder hard in huurprijs dan sociale huurwoningen.
Maximale stijging
De maximaal toegestane huurverhoging is afhankelijk van het soort verhuur (gereguleerd of geliberaliseerd) en de hoogte van het inkomen van de huurder. Bij sociale huurwoningen is de maximale stijging 5,8 procent (vanaf 1 juli 2024). Verhuurders kunnen er ook voor kiezen inkomensafhankelijke huurverhogingen door te voeren. Van 1 januari 2024 tot 1 januari 2025 is de maximale huurverhoging voor een vrijesectorwoning 5,5 procent.
Huur van sociale huurwoning stijgt sterker bij overige verhuurders
Ongeveer twee derde van de huurwoningen is in bezit van sociale verhuurders. De huren van sociale huurwoningen stegen bij deze verhuurders gemiddeld met 5,6 procent. Een jaar eerder was de stijging bij sociale verhuurders met 0,1 procent nog erg laag, door inkomensafhankelijke huurverlagingen.
Vrije sector
Sociale huurwoningen van overige verhuurders stegen in juli 2024 harder in prijs dan bij sociale verhuurders, met 5,7 procent. De huren van vrijesectorwoningen stegen dit jaar met 5,0 procent. Ook dit is meer dan in 2023 (4,5 procent). De netto-huurprijs bij de start van het huurcontract bepaalt of een woning een vrijesectorwoning (geliberaliseerd) is.