Zonnepanelen en elektrische auto’s zijn bekende voorbeelden van technologische producten voor de energietransitie [1]. Daarnaast wordt er ook geïmporteerde technologie ingezet voor het opwekken van energie uit aardwarmte (zoals warmtepompen), windenergie (bijvoorbeeld magneten voor windturbines), waterenergie, stroomopslag en het gebruik van biobrandstoffen.
De elektrische (inclusief hybride) auto’s werden in 2023 het meest ingevoerd (6,9 miljard euro). Deze categorie groeide ook het hardst, met een 44 procent hogere invoerwaarde dan in 2022. De andere twee grote categorieën zijn installaties voor het opwekken van zonne-energie (3,9 miljard euro, met name zonnepanelen), en technologie die geschikt is om verschillende soorten schone energie op te wekken (5,0 miljard euro). Van deze zogenaamde multifunctionele technologie (zoals schakelborden, automatische regelaars en warmtewisselaars) werd 13 procent meer ingevoerd, van technologie voor het opwekken van zonne-energie 16 procent minder.
Duitsland en China belangrijkste technologieleveranciers
De grootste leverancier van technologie voor de energietransitie is Duitsland; Nederland importeerde in 2023 voor 4,8 miljard euro uit Duitsland. Op de tweede plaats staat China (3,8 miljard euro), gevolgd door België (1,4 miljard). De import uit Duitsland, België en Zuid-Korea bestaat vooral uit elektrische (inclusief hybride) auto’s, uit China komen vooral zonnepanelen.
Als we de doorvoer van goederen in buitenlandse handen meerekenen, dan is China de grootste leverancier van technologie voor de energietransitie (11,8 miljard euro, tegen Duitsland met 6,3 miljard). Nederland voert namelijk veel zonnepanelen en elektrische auto’s in uit China, die weer worden doorgevoerd naar het Europese achterland. Inclusief alle doorvoer heeft Nederland in 2023 voor ruim 28 miljard aan transitie-technologie ingevoerd, 11 procent meer dan in 2022.