De consumentenorganisaties onderzochten drinkflessen gemaakt van aluminium, roestvrij staal, dubbelwandig roestvrij staal, siliconen, glas en verschillende soorten harde en zachtere plastics. Daarbij werd gekeken naar de complete levenscyclus: van productie, transport en gebruik tot en met weggooien en recyclen. Flessen van polyethyleen (PE), zoals sportbidons, hebben de minste milieu-impact. Op nummer 2 staat het hardere polypropyleen (PP), bekend van onder andere de Dopper-flessen. Daarna volgen de harde, doorzichtige plastics: polycarbonaat (PC), tritan en PCTG. Al zijn de onderlinge verschillen bij plastic niet groot.
70 jaar
Het verschil in milieu-impact begint pas echt op te lopen bij siliconen, aluminium en glazen flessen. En rvs flessen blijken veruit het slechtst voor het milieu. Om de milieu-impact van een rvs fles gelijk te trekken met die van een PE-fles, moeten consumenten die langer dan 36 jaar gebruiken. Voor een dubbelwandige rvs fles, om water koel of juist warm te houden, is dat zelfs langer dan 70 jaar.
Duurzaam imago
‘Een verrassende uitkomst’, zegt Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond: ‘Roestvrijstalen flessen hebben een duurzaam imago, doordat ze onverwoestbaar lijken en járen mee gaan. Maar helaas komen er bij de productie van het staal zoveel giftige stoffen vrij, dat het uiteindelijke resultaat toch tegen valt.’
Greenwashing
Grote fabrikanten van water in petflessen voor eenmalig gebruik willen consumenten vaak laten geloven dat hun flessen wél duurzaam zijn. Zij claimen dat hun flessen 100% recyclebaar zijn of 100% gerecycled worden. Beide claims kloppen niet. Begin november dienden 14 consumentenorganisaties daarom een klacht tegen hen in bij de Europese Commissie en toezichthouders wegens greenwashing.