EXFILES
'EXFILES heeft eraan bijgedragen dat opsporingsdiensten en het Openbaar Ministerie toegang kregen tot honderden telefoons, veelal in onderzoeken naar zware georganiseerde criminaliteit,' zegt hoofd van de divisie Digitale en Biometrische Sporen van het NFI Erwin van Eijk: 'In Europees verband gaat het zelfs om een veelvoud.'
'Meer lagen met versleuteling'
Het toegang verschaffen tot berichten op cryptotelefoons is de afgelopen jaren relevanter, maar ook ingewikkelder geworden. 'Tegenwoordig hebben telefoons meerdere lagen met versleuteling en de telefoons worden softwarematig aangepast,' vertelt van Eijk: 'Dat maakt het noodzakelijk dat digitaal forensisch onderzoekers binnen Europa samenwerken. Ontwikkelingen gaan zo snel, we moeten de krachten bundelen.' EXFILES startte in juli 2020 en loopt nu ten einde.
Zware georganiseerde criminaliteit
De kennis die het NFI opdeed in het project, kon meteen worden toegepast in strafzaken. Martijn Egberts -landelijk officier van justitie Digitale Opsporing- vindt het belangrijk dat experts de kennis, om toegang te krijgen tot telefoons, met elkaar delen: 'De politie en het OM kunnen zo de informatie afkomstig van dit soort in beslaggenomen cryptotelefoons, na ontcijfering alsnog gebruiken voor de bewijsvoering in strafzaken.' De berichten spelen in heel veel onderzoeken naar georganiseerde criminaliteit een grote rol. 'Een groot deel van die berichten is afkomstig van cryptotelefoons die het NFI wist te kraken. Vaak gaat het daarbij om bewijs dat justitie niet op een andere manier kon verzamelen', aldus Egberts.
Combinatie van hardware en software
Om leesbare gegevens uit telefoons te halen, moeten de onderzoekers steeds op zoek naar de zwakke schakels. 'Eerst was het mogelijk om informatie direct uit de hardware (chips) te halen. Daarna werd informatie versleuteld met sleutels die werden opgeslagen in weer andere chips, gecombineerd met door gebruikers gekozen wachtwoorden,' vertelt Van Eijk. Hij doet zelf - als hoofd van de afdeling- geen zaken meer en maakt geen telefoons open, dat doen de collega’s: 'Tegenwoordig is een combinatie van kennis over hardware en software nodig om sleutels te achterhalen. Daarnaast is cryptografische kennis vereist om efficiënt naar wachtwoorden te kunnen zoeken. Eerst moet de onderzoeker bijvoorbeeld een chip bewerken, om vervolgens via software bij ontsleutelde gebruikersinformatie te komen. Vaak zijn mensen gespecialiseerd in hardware- óf softwaretechnieken, zegt Van Eijk. 'Binnen EXFILES brengen we mensen met verschillende specialisaties letterlijk bijeen om die nieuwe oplossingen te ontwikkelen. En juist dat zorgde voor doorbraken.'
Vooruit kijken
In EXFILES prioriteren de forensisch onderzoekers en opsporingsdiensten met elkaar welke kennis en expertise van welk soort cryptotelefoons als eerste moeten worden ontwikkeld en voor welke cryptotelefoons ze het beste toegangsmethoden kunnen delen. De onderzoekers kijken hierbij bijvoorbeeld naar verkoopcijfers, maar ook naar trends die zij signaleren bij verdachte of criminele groeperingen. Techneuten uit alle Europese landen bedenken vervolgens samen oplossingen. Daardoor zijn de methoden die toegang geven tot dit soort cryptotelefoons meestal al in een vergevorderd stadium op het moment dat de politie ze in beslag neemt. Zo staat het NFI klaar voor de forensische vraag van morgen. 'Het maakt mij niet uit of het gaat om belastend materiaal of juist niet. Het draagt bij aan de waarheidsvinding, dat is voor ons het belangrijkst,' zegt Van Eijk. 'Als de techniek werkt en we krijgen toegang, dan is het project voor ons geslaagd.'
In oktober evalueert de Europese commissie het project en wordt er besloten of er een vervolg komt.