De grijpstaartskink is de grootste hagedis uit de skinkenfamilie. “Het dier kan een lichaamslengte bereiken van ongeveer tachtig centimeter, inclusief de lange staart. Het jong is nu ongeveer vijftien centimeter en zal pas over enkele jaren volgroeid zijn”, vertelt Paul. Bijzonder aan de hagedissensoort is het feit dat grijpstaartskinken in familiegroepen leven, in tegenstelling tot de meeste andere reptielensoorten. De meeste reptielen leven solitair, maar de grijpstaartskink leeft in een kleine familiegroep, het liefst hoog in de bomen. Het jong brengt de eerste weken door op een beschutte plek. Zowel de vader als de moeder beschermen het jong en voeden de jonge skink samen op, maar ook de rest van de familie houdt een oogje in het zeil.
De staart van de skink dient als extra poot, net zoals bij sommige apensoorten, en kan wel dertig centimeter lang zijn. De staart gebruikt het dier tijdens het klimmen in bomen. Daarom wordt de grijpstaartskink ook wel ‘apenboomskink‘ genoemd. De voortplanting duurt relatief lang. Na zeven tot negen maanden komt meestal één jong ter wereld. De grijpstaartskink komt oorspronkelijk voor op de Salomoneilanden in Australië. Deze eilandengroep is het enige leefgebied van de grijpstaartskink. Een deel van de eilanden dreigt te verdwijnen door de stijgende zeespiegel. “Als deze stijging doorzet, kan dit problematisch zijn voor de skinksoort”, vertelt de dierverzorger. “Daarom zijn wij in DierenPark Amersfoort extra blij met de uitbreiding van de reservepopulatie.” Bezoekers kunnen de skinkenfamilie bewonderen in het Honderdduizend Dierenhuis van DierenPark Amersfoort.