Brandende krant
In de nacht van 24 maart krijgt de politie meerdere meldingen van brandstichtingen in Hilversum. De branden vonden allemaal relatief dicht bij elkaar plaats, net buiten het centrum van Hilversum. Bij één woning heeft de man een brandende krant door de brievenbus naar binnen gegooid. Ook heeft hij een auto in brand gestoken – waarbij een woning beschadigd raakte – en stak hij een schuur en een schutting in brand. Daarnaast heeft hij een motorfiets in brand gestoken, waarbij twee auto’s en een woning brandschade opliepen. Van de derde auto was een band lekgeprikt. Diezelfde nacht kon de politie de man als verdachte aanhouden.
Levensgevaarlijk
Voor de bewoners van de woningen moet het een beangstigende situatie zijn geweest dat er brand uitbrak. De man heeft onaanvaardbaar grote risico’s genomen door een brandende krant naar binnen te gooien. Er mag van geluk worden gesproken dat er geen dodelijke of ernstig gewonde slachtoffers te betreuren zijn. Achteraf blijkt dat er in drie gevallen levensgevaar voor bewoners te duchten was, zoals dat juridisch heet. In twee gevallen werden de bewoners wakker van de rookontwikkeling.
Gevangenisstraf, maar vooral behandeling
Tijdens zijn voorarrest is de man onderzocht. Uit de rapporten van de psycholoog en psychiater blijkt dat de man kampt met meerdere stoornissen. Daarnaast gebruikt hij al jaren diverse soorten drugs en alcohol. In de nacht van 24 maart was de man psychisch in de war. De rechtbank ziet de man als een kwetsbare man die snel hulp nodig heeft. Zijn levensgevaarlijke gedrag rechtvaardigt een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Maar de man was die nacht onder invloed van die stoornissen en had geen controle over zijn doen en laten. Dat betekent dat de brandstichtingen en vernielingen van auto’s alleen sterk verminderd worden toegerekend aan de man. Daarom legt de rechtbank hem een gevangenisstraf op die nagenoeg gelijk is aan zijn voorarrest, een gevangenisstraf van 360 dagen waarvan 140 dagen voorwaardelijk. Daarnaast moet de man zich laten behandelen voor zijn stoornissen. Niet alleen hijzelf, maar de hele maatschappij is er bij gebaat dat hij zo snel mogelijk hulp krijgt. Pas als er plek is in een passende GGZ-instelling mag de man de gevangenis verlaten.