De cijfers zijn een nadere analyse van de Veiligheidsmonitor 2021 die afgelopen maart verscheen. Deze monitor is een tweejaarlijkse enquête van het CBS en het ministerie van Justitie en Veiligheid over veiligheid en slachtofferschap van criminaliteit. In 2021 namen ruim 173 duizend mensen van 15 jaar of ouder deel aan de enquête.
In Zuid-Nederland zegt 48 procent van de inwoners altijd of vaak waardevolle spullen thuis te laten, in andere landsdelen is dat rond de 40 procent. Ook laten zuiderlingen vaker het licht aan als ze niet thuis zijn, nemen ze vaker waardevolle spullen mee uit de auto en zetten ze hun fiets vaker in een bewaakte stalling.
Meer rolluiken in het zuiden
In Zuid-Nederland treffen mensen vaker beveiligingsmaatregelen in of rond hun woning. Vergeleken met andere landsdelen hebben zuiderlingen vooral vaker rolluiken of luiken voor ramen en deuren aangebracht: ruim 1 op de 3 zegt deze thuis te hebben. Ook is er vaker een alarminstallatie of camerabewaking aanwezig. De buitenverlichting met sensor daarentegen wordt met name in Oost-Nederland meer gebruikt dan in Zuid-Nederland. In West-Nederland, waar Noord- en Zuid-Holland en Zeeland onder vallen, hebben met 40 procent de minste woningen een lamp met bewegingssensor.
Meer buurtwachten in Zuid-Nederland
In Zuid-Nederland zegt 13 procent van de inwoners dat er een buurt- of burgerwacht in de buurt is. Dat is meer dan in de rest van het land. Ook hebben zuiderlingen vaker een buurtpreventie-app. De deelname is met 26 procent echter gelijk aan die in Oost-Nederland (Flevoland, Gelderland en Overijssel). In Noord- en West-Nederland doet minder dan 20 procent naar eigen zeggen mee met een buurtpreventie-app.
Een andere vorm van buurtpreventie is deelname aan Burgernet, waarbij mensen via berichten van de politie in bepaalde situaties wordt gevraagd informatie over voertuigen of personen in hun woonomgeving door te geven. In het oosten (39 procent) en noorden (38 procent) zijn—volgens eigen opgave in de Veiligheidsmonitor—de meeste deelnemers aan Burgernet te vinden. In Zuid-Nederland is dat 34 procent, in West-Nederland heeft 29 procent zich aangemeld.