Het OM seponeert de zaak, omdat de uitlating naar zijn oordeel niet strafbaar is. Het doel van de vergelijking is aandacht vragen voor de nadelige gevolgen van de coronamaatregelen. De tweet is niet gericht op het bagatelliseren van de Holocaust, maar op het uitvergroten van het ongemak van de coronamaatregelen. Dit kan volgens het OM niet gekwalificeerd worden als een verregaande vorm van Holocaustbagatellisering die haat of geweld dreigt aan te wakkeren.
Maatschappelijk debat
Bovendien gaat het om een uitlating van een volksvertegenwoordiger in het kader van een breed gevoerd maatschappelijk debat over de aanpak van de coronapandemie. Kritiek op overheidsbeleid raakt het recht op vrijheid van meningsuiting in de kern. Strafrechtelijk ingrijpen op de vrijheid van meningsuiting van een politicus is alleen gerechtvaardigd als uitlatingen verder gaan dan kwetsen, choqueren en verontrusten en ook aanzetten tot haat, geweld, discriminatie of onverdraagzaamheid. Daarvan is volgens het OM dus geen sprake.
Laatste redmiddel
In december gaf de civiele rechter ook al een oordeel over de onderhavige tweet. De aanleiding van deze uitspraak was een kort geding dat was aangespannen door het Centraal Joods Overleg, het CIDI en vier Holocaustoverlevenden. De uitspraak van de voorzieningenrechter houdt in dat Baudet de tweet moet verwijderen, omdat hiermee het onrecht en leed dat door de Holocaust is veroorzaakt bij implicatie wordt gebagatelliseerd.
Deze uitspraak doet niet af aan het oordeel van het OM dat er geen sprake is van een strafbaar feit. Het civiele recht behelst namelijk een ander juridisch kader dan het strafrecht, waarbij het strafrecht bovendien fungeert als ultimum remedium (laatste redmiddel).