In opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft CoMensha de opdracht om de feiten over aard en omvang van (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel in Nederland in beeld te brengen, onder andere ten behoeve van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen en andere ketenpartners. Eind 2021 verschijnt de jaarlijkse slachtoffermonitor waarin de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen meer duiding van de cijfers geeft.
Omvang
In 2020 registreerde CoMensha 1013 nieuwe slachtoffers van mensenhandel. Dat is aanzienlijk minder dan het aantal slachtoffers in 2019 (1372). Als gevolg van de coronapandemie werkten opsporingsdiensten meer vanuit huis. Ze voerden minder controles uit, waardoor mensenhandel minder werd gesignaleerd. Het merendeel van hen was vrouw en meerderjarig. De Poolse nationaliteit komt het vaakst voor onder de slachtoffers (190), gevolgd door de Nigeriaanse (185) en de Nederlandse (155).
Aard
In tegenstelling tot voorgaande jaren is uitbuiting in de sector Reguliere arbeid of Dienstverlening het meest gemeld. Voorgaande jaren was dit de sector Seksuele Dienstverlening. Door de coronapandemie werden de vaak slechte leef- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten juist extra zichtbaar. Het aantal aangemelde slachtoffers van arbeidsuitbuiting is ten opzichte van 2019 met 70 procent toegenomen.
Minderjarigen
Het aantal meldingen van minderjarige slachtoffers van mensenhandel is in 2020 sterk afgenomen. In 2019 werden bij CoMensha vanwege de AVG al veel minder minderjarige slachtoffers gemeld, namelijk 110, in 2020 waren dat er nog maar 68. Het is daarbij niet aannemelijk dat het daadwerkelijke aantal slachtoffers is afgenomen. Met name minderjarigen zijn gelet op hun leeftijd in het bijzonder kwetsbaar voor uitbuiting. Ze brengen meer tijd online door met de bijbehorende risico’s op seksuele en criminele uitbuiting.