Geen langdurige erkenningsprocedures meer
Dit Verdrag houdt in dat iedereen die in één van de Benelux-landen of de Baltische staten een onder het verdrag vallende graad van hoger onderwijs heeft behaald, ervan verzekerd is dat het niveau van zijn graad automatisch wordt erkend in de andere ondertekenende landen. In de praktijk zullen afgestudeerden niet langer worden geconfronteerd met langdurige erkenningsprocedures en de daarmee gepaard gaande kosten, noch zullen zij in onzekerheid verkeren of hun kwalificatie geldig is in het land waar zij willen werken of verder studeren. Voor de houders van dergelijke kwalificaties betekent dit een onmiddellijke administratieve vereenvoudiging.
Officiële lancering verdrag
In 2015 voerden de Benelux-landen de automatische wederzijdse erkenning van bachelor- en masterdiploma's in, waaraan in 2018 ‘associate degrees’ en doctoraten werden toegevoegd. Ook de Baltische staten hebben hun diploma's reeds wederzijds erkend. De twee groepen landen waren van mening dat het een echte meerwaarde had om op dit gebied banden aan te halen en ondertekenden in 2019 een intentieverklaring. Vandaag zal het hieruit resulterende verdrag officieel gelanceerd worden tijdens een evenement in Brussel. Het verdrag zal het vrije verkeer vergemakkelijken van personen met een diploma uit een van de zes landen die het andere verdragsland willen studeren of hun beroepscarrière willen voortzetten.
Potentieel obstakel weggewerkt
Door diploma's automatisch te erkennen, werken de landen een potentieel obstakel weg om in een van de landen te studeren of een baan te vinden. Deze maatregel kan ook het zoeken naar een baan vergemakkelijken door een betere vergelijkbaarheid van de studieniveaus.
Pioniers
De Benelux-landen en Baltische staten vormen nu samen de enige regio in de Europese Hogeronderwijsruimte waartussen het niveau van diploma’s automatisch worden erkend en lopen hiermee als pioniers voorop. Hun ambitie is dat andere landen dezelfde weg inslagen. Het Verdrag staat dan ook open voor toetreding door andere landen van de Europese Hogeronderwijsruimte, mits wordt voldaan aan de kwaliteitsvereisten voor de automatische en algemene wederzijdse erkenning van het niveau van diploma’s.
'Mooie stap'
Onderwijsminister Van Engelshoven: 'Dit is een mooie stap voor studenten en het hoger onderwijs. Binnen de landen van de Benelux was dit al geregeld en daar komen nu de Baltische staten bij. Zo vergroten we de mobiliteit van studenten en deze automatische erkenning past bij de open maatschappij die Nederland en het Nederlandse onderwijs is.'