Op 3 april 2020 brak laat in de avond brand uit naast een restaurant in Oss aan de Willibrordusweg. De brandweer kwam ter plekke en constateerde een brand naast het schuurtje van het restaurant. Diezelfde avond braken in het nabijgelegen bosgebied ook diverse branden uit. Net na middernacht ontving de politie een melding van een verdachte situatie aan de Vierwindenlaan in Oss. Daar werd de 52-jarige man uit Oss aangehouden.
Volgens de rechtbank is er onvoldoende bewijs dat de verdachte verantwoordelijk is voor de branden in het bosgebied. Er is namelijk geen onderzoek gedaan door de brandweer en er zijn geen aanwijzingen gevonden die wijzen op actief menselijk handelen. Bovendien heeft de boswachter verklaard dat op dat moment het risico erg groot was op het ontstaan of snel uitbreken van natuurbranden.
Aansteker in zijn hand
De rechtbank is van oordeel dat er voldoende bewijs is dat de verdachte de brand bij het restaurant heeft aangestoken. Een getuige verklaarde dat hij nog geen 10 seconden voor het uitbreken van de brand een man zag weggelopen. De verdachte voldeed grotendeels aan het door de getuige gegeven signalement toen hij later op de avond werd aangehouden op de Vierwindenlaan. Daar troffen de politieagenten hem voorovergebogen over een hoopje takjes aan, met een aansteker in zijn hand en een duim op de ontsteker.
De man rook sterk naar brand, had zwart geblakerde handen en had een grijze gloed over zijn gezicht. De verklaring van de verdachte dat dit kwam doordat hij die avond bij een BBQ was geweest en eerder die dag in een garage had gewerkt, vindt de rechtbank ongeloofwaardig.
Cel- en taakstraf
Al met al is de rechtbank van oordeel dat de verdachte degene is geweest die opzettelijk brand heeft gesticht bij de schuur naast het Osse restaurant waardoor er gevaar voor goederen was. De schade is beperkt gebleven tot materiële schade, maar de schade had veel groter kunnen zijn. Op het moment van de brand was er namelijk vanwege het droge weer een groot risico op natuurbranden.
De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij blijkbaar zoveel had gedronken die avond dat hij niet meer weet wat hij heeft gedaan. De rechtbank legt een taakstraf op voor de duur van 120 uur. Een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden moet de verdachte ervan weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen.