Sinds week 39 is de wekelijkse sterfte hoger dan verwacht. In de eerste dertien weken van de tweede golf (week 39 tot en met week 51) van de coronapandemie overleden 6,1 duizend meer mensen dan je in deze periode zou verwachten. Tijdens de eerste golf (week 11 tot en met week 19) was de oversterfte naar schatting bijna 9 duizend. Ook in week 33 en 34 tijdens de hittegolf was er sprake van oversterfte. In andere weken van 2020 was de sterfte lager dan verwacht. Hierdoor komt de oversterfte voor 2020 tot en met week 51 uit op 13 duizend mensen.
Sterfte onder Wlz-zorggebruikers verder toegenomen
Op basis van de schatting voor week 51 is de sterfte bij mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg, zoals bewoners van verpleeghuizen, verder toegenomen. Er overleden bijna 1 650 Wlz-zorggebruikers in week 51, 450 meer dan verwacht (37 procent meer). In de overige bevolking overleden bijna 2 350 mensen, ook een toename ten opzichte van week 50. Hier overleden 350 meer mensen dan verwacht (18 procent meer).
In de eerste dertien weken van de tweede golf (week 39 tot en met week 51) overleden bijna 2,9 duizend meer Wlz-zorggebruikers dan je in deze periode zou verwachten. Tijdens de eerste golf (week 11 tot en met week 19) waren dit er naar schatting 5,2 duizend.
Sterfte neemt verder toe bij mannen en vrouwen
De sterfte nam in week 51 onder vrouwen meer toe dan onder mannen ten opzichte van een week eerder. Er overleden in week 51 bijna evenveel vrouwen als mannen.
In eerdere weken van de tweede golf van de corona-epidemie stierven meer mannen dan vrouwen, hoewel er meer oudere vrouwen dan oudere mannen zijn. Tijdens de eerste golf stierven ook meer mannen dan vrouwen; de oversterfte bij mannen was toen (week 11 tot en met week 19) 38 procent, bij vrouwen 29 procent.
Sterfte bij alle leeftijden verder toegenomen
De sterfte in week 51 is verder toegenomen bij alle leeftijden. Onder 80-plussers overleden in week 51 naar schatting 2 250 mensen, 450 meer dan verwacht. Er overleden bijna 1 250 mensen van 65 tot 80 jaar (bijna 300 meer dan verwacht) en bijna 500 mensen jonger dan 65 jaar (ruim 50 meer dan verwacht). Relatief gezien is de sterfte het meest verhoogd in de leeftijden 65 tot 80 jaar, 31 procent meer dan verwacht.