Ontploffing
Op 15 januari rond tien over twee ‘s middags komen er diverse 112 meldingen binnen over een ontploffing dan wel een brand aan de Lomanlaan in Hoogeveen.
De slachtoffers zijn emotioneel en aangeslagen. Uit de verklaringen blijkt dat er twintig minuten voor het incident ook werd aangebeld, maar dat ze toen niet open hebben gedaan. Rond 10 over twee ging de bel weer. De bewoonster zou opendoen omdat haar man hun acht maanden oude dochtertje eten aan het geven was. De hond gromde en blafte, iets wat hij anders nooit deed en daarom bracht zij de hond eerst naar de woonkamer. Toen zij vervolgens door de gang naar de deur liep om open te doen, hoorden zij een gigantische knal. In de hal was het meteen zwart van de rook en de vlammen kwamen onder de voordeur door. Ze raakten in paniek en zijn het balkon op gevlucht met hun baby. Daar worden ze uiteindelijk door de brandweer gered.
Er wordt direct een groot onderzoek gestart. Camerabeelden in combinatie met andere opsporingsmiddelen leiden uiteindelijk naar de verdachte en hij wordt op 22 januari aangehouden.
Poging moord
Verdachte verklaart dat hij in een opwelling heeft gehandeld en dat de bom bedoeld was voor iemand anders met wie hij een ruzie had. Het enkele doel van zijn handelen was om die persoon aan het schrikken te maken. Hij zegt zich vergist te hebben in het adres, waarvan hij niet meer weet hoe hij er aan komt. Hij geeft aan dat het hem ingefluisterd was. Het OM is van mening dat door zo te handelen hij de kans voor lief heeft genomen dat een ander dan zijn beoogde slachtoffer het slachtoffer zou worden van zijn handelen.
Zijn handelen, iemand naar de voordeur lokken door aan te bellen en vervolgens een zware bom aansteken, kan wat het OM betreft alleen maar worden opgevat als gericht op de dood. Bovendien ontstond er in de hal van de woning en bij de voordeur brand als gevolg van de explosie. Die voordeur was de enige uitweg voor de bewoners op de derde verdieping van een flat.
De officier: “Het handelen van verdachte gaat veel verder dan bangmaken, dan laten schrikken. En het is een wonder dat de bewoners van nummer 91 het nog na kunnen vertellen. De kans dat het anders was afgelopen is zeer reëel. En die kans heeft verdachte voor lief genomen. Zoals het slachtoffer in zijn aangifte al zei: de hond kan nog wel eens ons geluk geweest zijn.”.
Voorbedachte rade
Er is onderzoek gedaan naar de handelingen van de verdachte en het tijdsverloop. Uit zijn verklaring en de tijdlijn die de politie heeft gemaakt van die dag vindt het OM het niet geloofwaardig dat hij in een opwelling heeft gehandeld. Alles duidt op berekenend gedrag waarbij er ruim de tijd was voor kalm beraad en rustig overleg, tijd om over de gevolgen na te denken. En hij heeft ook wel nagedacht, anders had hij het vuurwerk de eerste keer dat hij daar was wel geplaatst. Maar dat deed hij niet omdat hij ervan uitging dat zijn beoogde slachtoffer niet thuis was. De officier: “Er kan niet meer gesproken worden van een gemoedsopwelling en het OM vindt handelen met voorbedachten rade wettig en overtuigend te bewijzen.”
Bedreiging in Steenwijk
De bedreiging met het vuurwapen speelde zich af in Steenwijk. Dit feit wordt in deze zaak meegenomen. Het slachtoffer heeft op de avond van 18 januari 2020 zijn leven aan zich voor bij zien schieten. Hoeveel impact het incident op hem heeft gehad blijkt uit hetgeen hij verklaart wanneer de politie een paar dagen later bij hem langs gaat. Hij is zeer emotioneel, vertelt dat hij bang is voor een herhaling, dat hij ’s nachts niet kan slapen, dat hij nog steeds het klikken van het wapen hoort, dat hij de gordijnen niet open durft te doen, dat hij bang is om in het donker thuis te komen. Officier: “Pure angst dat is wat verdachte heeft veroorzaakt. En waarom? Om een reactie op Facebook. Uit de vordering benadeelde partij blijkt dat die angst er nu, ruim negen maanden nog steeds is. Dat neem ik verdachte ernstig kwalijk.“
Persoonlijke omstandigheden
Er is bij verdachte een ziekelijke stoornis van de geestvermogens vastgesteld door de deskundigen. Verdachte is eerder veroordeeld voor geweldsdelicten en brandstichting en heeft hiervoor ook gevangenisstraffen en toezichten opgelegd gekregen. Daarnaast is hij gedurende langere tijd onder behandeling geweest van ForFact. Dit betrof blijkens de rapportages de meest intensieve behandeling die ambulant mogelijk was. Desondanks is verdachte toch weer gekomen tot de onderhavige, zeer gewelddadige en gevaarzettende delicten. Het recidiverisico wordt door de deskundigen ingeschat als matig tot hoog.
Strafeis
Het OM is met de deskundigen van mening dat aan deze verdachte een maatregel moet worden opgelegd. Alleen een gevangenisstraf is niet voldoende om het gevaar dat van verdachte uitgaat in te dammen. Het is voor de maatschappij, voor de veiligheid van anderen, noodzakelijk dat deze maatregel wordt opgelegd.
De officier geeft aan ernstige twijfels te hebben bij de betrouwbare bereidheid tot medewerking van verdachte bij een TBS met voorwaarden. Meewerken is immers iets anders dan enkel verschijnen op afspraken. Er moet openheid van zaken en inzicht in iemand denkwereld gegeven worden om een behandeling te doen slagen. Hiertoe heeft verdachte tot nu toe nog geen enkele bereidheid getoond. Sterker nog, hij heeft expliciet aangegeven dit niet te willen. Een TBS met dwangverpleging is wat het OM betreft gelet op de persoon van verdachte, de ernst van de feiten en de noodzaak tot beveiliging van de maatschappij passend.
De officier eist naast de TBS met dwangverpleging een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar. Daarnaast verzoekt de officier de rechtbank een contactverbod op te leggen voor zowel het slachtoffer uit Steenwijk als het gezin uit Hoogeveen.