In hoeverre hebben de maatregelen naar aanleiding van corona effect gehad op de aard en omvang van geweld in afhankelijkheidsrelaties in Nederland? De onderzoekers van Fier deden aan de hand van die vraag een analyse op basis van de digitale hulpverlening van Chat met Fier. ‘De coronacrisis heeft meerdere effecten gehad op de samenleving’, vertelt Johannes Dijkstra van Fier. ‘Ook op het terrein van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Dit was bij Fier heel duidelijk terug te zien bij de chat. Het aantal hulpvragers nam daar met bijna 40 procent toe; van 1815 in januari en februari naar 2494 in maart en april. Bijna 85% hiervan was 25 jaar of jonger.’
Stijgingen
Het aantal slachtoffers dat op de chat kwam voor kindermishandeling steeg het meest: van 470 (januari/februari) naar 851 (maart/april) personen. Het aantal slachtoffers van seksueel geweld steeg gedurende de lockdown van 557 naar 728. Online seksueel geweld en seksuele uitbuiting ver(drie)dubbelden zelfs: van 27 naar 76 en van 27 naar 59. Opvallend is dat partnergeweld de enige vorm van geweld is die niet stijgt, maar zelfs heel licht afneemt: van 258 naar 250. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat zij juist tijdens corona nog meer onder toezicht stonden van hun partner en daardoor ook niet online om hulp konden vragen.
Meer dan de helft (55%) van de bezoekers geeft aan zich in een acuut onveilige situatie te bevinden. Dit stijgt van 409 naar 703 personen tijdens corona. Als een bezoeker een pleger noemt, is dit vrijwel altijd een bekende. In bijna de helft van de gevallen (48%) is het een familielid. Slechts in 4% van de gevallen is de pleger een onbekende van het slachtoffer.
Verklaring
Volgens Dijkstra is het lastig om te zeggen of het geweld in de samenleving ook daadwerkelijk is toegenomen tijdens corona. ‘We kunnen het niet uitsluiten, maar een verklaring voor de toename zou ook kunnen zijn dat zowel de reguliere hulpverlening als meldende instanties tijdens corona meer op afstand zijn komen te staan, waardoor slachtoffers hier niet meer terechtkonden én er geen melding over hen kon worden gemaakt. Daarnaast kan de lockdown en de sociale isolatie die daarop volgde tot gevolg hebben gehad dat slachtoffers meer tijd hadden om te piekeren over hun traumatische ervaringen, waardoor ze er nu graag met iemand over wilden praten. Chat met Fier was voor deze slachtoffers nog één van de weinige mogelijkheden om hulp te krijgen.’
Dijkstra benadrukt het belang van de chat als laagdrempelige vorm van online hulpverlening. ‘Niet in de laatste plaats omdat veel van de hulpzoekers via de chat voor het eerst in contact komen met de hulpverlening. Nooit eerder spraken zij met een hulpverlener over wat ze hebben meegemaakt, vanwege onder andere schaamte, schuldgevoelens en angst.’