De huren van sociale huurwoningen bij woningcorporaties stegen in juli 2020 gemiddeld met 2,7 procent. De huren van de sociale huurwoningen bij overige verhuurders gingen met 3,4 procent omhoog en de huren van de vrijesectorwoningen met 3,0 procent.
Sterkere huurstijging door hogere inflatie
Voor gereguleerde huurwoningen is de maximale huurverhoging de inflatie in het voorgaande jaar plus een inkomensafhankelijke toeslag. Als de inflatie omhoog gaat, mogen de huren dus harder meestijgen. In 2020 is deze maximale huurstijging 5,1 of 6,6 procent, afhankelijk van het inkomen van de huurder. Het inflatiecijfer waarop deze maximale huurstijging is gebaseerd, steeg van 1,6 procent (de basis voor 2019) naar 2,6 procent (de basis voor 2020).
De reële huurstijging (gecorrigeerd voor de inflatie van vorig jaar) is dit jaar 0,3 procent. Vorig jaar was deze nog 0,8 procent. De reële huurstijging piekte in 2013 en is sinds 2009 niet zo laag geweest.
Grotere huurstijging vooral bij woningcorporaties
Bijna 70 procent van alle huurwoningen is in het bezit van woningcorporaties. De gemiddelde huurverhoging per 1 juli van sociale huurwoningen bij corporaties is dit jaar duidelijk hoger dan vorig jaar: 2,7 procent nu tegen 2,0 procent in 2019. Dit komt vooral door de hogere inflatie. In ruim 30 procent van de gevallen verhoogden de woningcorporaties de huren met het inflatiepercentage. Volgens het huurbeleid mogen de totale huurinkomsten van een corporatie in een kalenderjaar maar beperkt stijgen. Voor 2020 is de maximale toename 2,6 procent. Hierbij tellen onder meer huurstijgingen bij bewonerswisseling niet mee, waardoor de gemiddelde huurstijging bij corporaties toch iets hoger kan uitvallen.
De gemiddelde huurverhoging bij corporaties kan dit jaar nog iets hoger uitkomen. Een klein deel van de corporaties kiest ervoor om de huurverhoging uit te stellen naar later dit jaar. Dit betreft ongeveer 100 duizend van de 2,3 miljoen woningen die de corporaties in hun bezit hebben.
De huurstijging van de vrijesectorwoningen is dit jaar juist lager: 3,0 procent nu tegen 3,3 procent in 2019. Bij bijna 18 procent van de vrijesectorwoningen bleven de huren dit jaar gelijk, vorig jaar was dit bij ruim 7 procent. De huurstijging van sociale huurwoningen bij overige verhuurders ligt nu vrijwel op hetzelfde niveau als vorig jaar.