Ongelijke behandeling
De twee laboratoria willen als samenwerkingsverband coronatesten in Nederland uitvoeren en zijn daar in april door het RIVM in gecertificeerd. Sindsdien hebben de laboratoria nog geen opdracht gekregen voor het uitvoeren van coronatesten. Volgens de twee laboratoria is er sprake van ongelijke behandeling. De laboratoria en een aantal huisartsen stapten daarom naar de rechter.
Onderverdeling op lijsten
De lijsten van het RIVM zijn onderverdeeld in verschillende categorieën. Die onderverdeling heeft bij de laboratoria de indruk gewekt dat de laboratoria op de ene lijst geschikter zouden zijn dan laboratoria op de andere lijst. De Staat heeft benadrukt dat dit niet het geval is. Het verschil zit hem in het moment waarop zij voor het eerst de coronatesten mochten gaan uitvoeren. Aan alle laboratoria worden dezelfde eisen gesteld. De rechtbank merkt op dat de Staat er goed aan doet om nog eens kritisch naar de inrichting van de lijst te kijken, en waar nodig aan te passen, zodat voor iedereen volstrekt helder is dat er geen onderscheid tussen de laboratoria wordt gemaakt.
Toedeling
Vanaf 1 juni zijn er nieuwe afspraken gemaakt over de verdeling van coronatesten, waarbij rekening is gehouden met bestaande samenwerkingscontracten, de capaciteit en de houdbaarheidsdatum van testen. Het huidige verdelingsbeleid is gezien de crisissituatie niet onredelijk, zo oordeelt de rechtbank. Dat de twee laboratoria nog geen testen hebben uitgevoerd komt omdat de extra testcapaciteit nog niet noodzakelijk is. De Staat verwacht dat de testcapaciteit dit najaar zal moeten vergroten en dat ook de twee laboratoria nodig zullen zijn.