Schadevergoeding gevorderd
Verstappen vorderde schadevergoeding van Picnic nadat Picnic in 2016 een filmpje op Facebook had gepost van een Verstappen-lookalike in een Picnic-wagentje. Het hof oordeelde in hoger beroep anders dan de rechtbank eerder deed. De rechtbank Amsterdam oordeelde dat wel sprake was van inbreuk op het portretrecht van Verstappen en veroordeelde Picnic tot een schadevergoeding.
Oordeel rechtbank
De rechtbank Amsterdam veroordeelde Picnic in 2018 om aan Verstappen schadevergoeding te betalen omdat Picnic het portretrecht van Verstappen had geschonden (artikel 21 Auteurswet). Picnic was het daarmee niet eens en ging in hoger beroep bij het hof Amsterdam. Ook Verstappen en het bedrijf dat zijn zakelijke belangen behartigt waren het niet met het vonnis eens, zij vonden de schadevergoeding te laag.
Oordeel hof
Het hof is van oordeel dat Picnic met het posten van het filmpje geen inbreuk heeft gemaakt op het portretrecht van Verstappen. Volgens het hof is voor de aanschouwer van het filmpje van Picnic duidelijk dat het niet Verstappen zelf betreft maar dat het gaat om een persiflage van zijn optreden in reclamefilms voor Jumbo. Het gezicht of de persoon van Verstappen zelf wordt niet afgebeeld. In die situatie kan Verstappen geen aanspraak maken op de bescherming van artikel 21 Auteurswet. Ook handelde Picnic niet onrechtmatig.
Geen schadevergoeding
Het filmpje is niet van zodanige aard dat de eer en goede naam van Verstappen worden aangetast of dat zijn zakelijke belangen (en/of die van zijn zakelijke belangenbehartiger) door het filmpje worden geschaad. Er hoeft dus geen schadevergoeding betaald te worden.