Geladen vuurwapen in tas
Het is 12 december 2018 als politiemensen van het politieteam Leiden-Noord rond 02.50 uur tijdens hun surveillance een donker geklede man zien lopen op het fietspad van de Haarlemmerstraatweg in Oegstgeest. Omdat hij zich verdacht gedraagt zodra hij de agenten ziet aankomen, vragen zij hem om zich te legitimeren. De man toont de politiemensen een Estse ID-kaart. Omdat de agenten vinden dat de man niet erg lijkt op de foto, vragen zij of ze in zijn tas mogen kijken. Daarin vinden zij een geladen vuurwapen.
Valse identiteitskaart
Hierop houden de agenten de man aan en brengen hem over naar het politiebureau. Omdat zij vermoeden dat hij een vals identiteitsbewijs uit Estland bij zich heeft, schakelen zij de hulp in van politiemensen van de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) van de politie-eenheid Den Haag. Hier werken agenten die zijn gespecialiseerd in het herkennen van valse ID’s. De identiteitskaart blijkt inderdaad vervalst.
Identiteit verdachte
Via de politie in Estland achterhalen de AVIM-medewerkers de echte identiteit van de man; het gaat om de (dan) 46-jarige Juri H. uit Estland. De ID-kaart waarmee hij zich legitimeerde, blijkt jaren geleden te zijn gestolen.
Moord
Vanuit het politieteam Leiden-Noord start vervolgens een strafrechtelijk onderzoek. Al snel blijkt dat de man internationaal werd gezocht voor een inmiddels verjaarde zaak. Ook bekent de man tijdens het onderzoek zelf een moord, die hij in 2001 zou hebben gepleegd.
Ongewenst vreemdeling
Terwijl het strafrechtelijk onderzoek nog in volle gang is, onderzoekt AVIM ook of de man tot ongewenst vreemdeling kan worden verklaard. Tijdens zijn verhoor legt de man tegenstrijdige verklaringen af. Zo zegt hij uit Rusland te komen, 20 jaar illegaal in Duitsland te hebben gewoond en daarbij onder veel valse identiteiten te hebben geleefd.
Uitzetting naar Estland
In april 2019 veroordeelt de Haagse rechtbank de man tot acht maanden celstraf voor de wet wapens en munitie. De man zit vast in de penitentiaire inrichting Ter Apel, waarvandaan hij na zijn geplande vrijlating in het najaar van 2019 direct naar Estland zal worden uitgezet. De ongewenstverklaring is inmiddels rond.
Aangehouden voor moord
Tot een uitzetting van Juri H. komt het echter niet. Op basis van een melding door de advocaat van de verdachte, in combinatie met zijn eigen mededeling dat hij iemand heeft vermoord, heropent de regionale recherche van de Eenheid Noord-Holland het onderzoek naar de liquidatie in 2001. Dit leidt ertoe dat collega’s de man in mei 2019 aanhouden in zijn cel in Ter Apel.
Uitspraak rechtbank
Op 21 februari moest de man zich verantwoorden voor de rechtbank in Alkmaar. Het Openbaar Ministerie eiste vijftien jaar cel tegen hem. De rechter veroordeelde Juri H. op vrijdag 6 maart tot een celstraf van zestien jaar. De opgelegde gevangenisstraf is langer dan de vijftien jaar die de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank heeft daartoe laten meewegen dat de moord alle kenmerken heeft van een goed voorbereide en kille liquidatie en de man geen openheid van zaken heeft willen geven over de vraag waarom het slachtoffer moest sterven.