Rembrandts Nachtwacht wordt momenteel grondig onderzocht. Ook onderzoekers van de Universiteit Antwerpen dragen hun steentje bij: met hun bijzondere scanner kunnen ze het meesterwerk tot op kristalniveau analyseren.
De Nachtwacht, geschilderd in 1642, behoort tot de allerbekendste werken ter wereld. Sinds 1808 hangt het werk van Rembrandt van Rijn in het Rijksmuseum in Amsterdam. En daar zou het natuurlijk nog heel lang moeten blijven hangen, in prima staat. In juli 2019 lanceerde het museum ‘Operatie Nachtwacht’. Het schilderij ondergaat een grondig onderzoek, waarna het gerestaureerd zal gaan worden.
“De laatste restauratie gebeurde in 1976”, vertelt Robert Van Langh, hoofd Conservation & Science van het Rijksmuseum. “Het werk kampt vandaag met verouderingsverschijnselen. Tijdens een uitgebreid onderzoek maken we duizenden foto’s met een ultrahoge resolutie. Met scanners en lasers nemen wetenschappers het doek tot op microscopisch niveau onder de loep.”
Röntgenstralen
Tijdens het onderzoek hangt De Nachtwacht in een glazen ruimte. Zo kan het publiek het schilderij blijven bewonderen en tegelijkertijd de onderzoeksactiviteiten op de voet volgen. De voorbije dagen waren wetenschappers van de Onderzoeksgroep AXES (Antwerp X-ray analysis, Electrochemistry and Speciation) van de Universiteit Antwerpen aan de slag in de glazen ruimte. Met hun unieke MA-XRPD-scanner (Macro Röntgen Poeder Diffractie) bestuderen ze het meesterwerk met de hulp van röntgenstralen.
“De stralen vallen in op de kristalstructuur van de pigmenten in het schilderij”, legt onderzoeker Geert Van der Snickt uit. “De stralen worden afgebogen en teruggekaatst, wat resulteert in een uniek patroon, dat karakteristiek is voor een kristal. Zo wordt het mogelijk om, zonder het schilderij aan te raken, de kristallijne pigmenten in De Nachtwacht te identificeren. De scanner, een uniek prototype, verschaft ook belangrijke informatie over de conditie van de verflagen, en meer bepaald over de zogenaamde degradatieproducten. Die vormen zich in de loop van de tijd door chemische reacties in de verf.”
Verfverouderingen
De gedetailleerde resultaten leveren bijzonder waardevolle resultaten op met het oog op de eigenlijke restauratie. De werkzaamheden van de Antwerpse wetenschappers zijn nog niet helemaal afgerond, maar prof. Koen Janssens kan wel reeds een tip van de sluier lichten.
“In het gezicht van de hoofdfiguur, Banning Cocq, zien we duidelijk sporen van verfveroudering ter hoogte van de schaduwpartijen. In het rode lint over de borst merken we een verdonkering van het rood, iets wat we eerder al bij Rubens tegenkwamen, gelukkig beperkt in omvang. We bestuderen ook of er gevolgen zijn van een aanval met zwavelzuur in 1990. Onze onderzoeksresultaten leveren belangrijke informatie op voor het onderzoeks- en restauratieteam van het Rijksmuseum om de staat van de verf goed in te schatten. De restauratiebehandeling zal daar dan op worden afgestemd.”