Corso en Zomercarnaval
De corsocultuur floreert in heel Nederland: van kleurrijke voorjaarscorso’s in de Bollenstreek tot de creatieve praalwagens met dahlia’s in bijvoorbeeld Zundert of Lichtenvoorde. Begonnen als een Antilliaans festival, bedoeld om de ontmoeting tussen verschillende culturen te bevorderen, is het Zomercarnaval Rotterdam uitgegroeid tot een multicultureel festival. Zowel de corso’s als het zomercarnaval zijn evenementen waar honderdduizenden bezoekers uit heel Nederland en zelfs uit het buitenland op afkomen. De hele gemeenschap van dorp of stad en duizenden vrijwilligers zijn bij de organisatie betrokken.
Advies Raad voor Cultuur
Van Engelshoven: ‘De corsocultuur en het zomercarnaval weerspiegelen de culturele diversiteit van Nederland. Immaterieel erfgoed verbindt mensen en verleent hun een gevoel van identiteit’, aldus de minister. Met de nominatie volgt ze het advies van de Raad voor Cultuur. Het is nu aan de Corsokoepel, die meer dan 13 corso’s vertegenwoordigt, en aan de Stichting Zomercarnaval Nederland om samen met het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland en het ministerie een goed nominatiedossier samen te stellen.
Beschermen
Doel van de immaterieel erfgoedlijst is gebruiken, rituelen, feesten en ambachten voor de toekomst te beschermen en de waardering voor immaterieel erfgoed te bevorderen. Om op de internationale lijst voor Immaterieel Erfgoed te komen, moet het erfgoed stevig draagvlak hebben binnen een gemeenschap, die zich expliciet achter de voordracht schaart. Ook moet het met zijn tijd meegaan om levend te blijven. De nominatie voor de corsocultuur wordt vóór 31 maart ingediend. In het daarop volgende jaar neemt het Comité van het verdrag een besluit over inschrijving op de UNESCO-lijst. De nominatie voor het zomercarnaval wordt in 2021 ingediend.