Kleinere prijsstijging in grote steden
In de vijf grootste steden (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Eindhoven) was de prijsstijging nog kleiner: daar stegen de prijzen met niet meer dan 3,4 procent ten opzichte van Q4 2018. In de eerste drie kwartalen van 2019 werden er nog wel grote prijsstijgingen gemeten. Zo nam de gemiddelde huurprijs in de vrije sector in Utrecht, Rotterdam en Eindhoven in het eerste kwartaal van 2019 nog toe met minimaal 7,6 procent.
Absolute huurprijzen liggen verder uit elkaar
Kijken we naar de absolute prijzen, dan liggen de vier steden verder uit elkaar. Amsterdam is met € 23,68 per vierkante meter per maand veruit het duurst. Een vrije sector huurwoning in Utrecht - de op één na duurste stad op Pararius - is met een gemiddelde vierkantemeterprijs van € 17,80 bijna 6 euro goedkoper dan in Amsterdam. De prijzen tussen Den Haag, Rotterdam en Eindhoven liggen minder ver uit elkaar: in Den Haag betaalden nieuwe huurders € 16,34 per vierkante meter voor een vrije sector huurwoning. In Rotterdam was dat € 16,26. Eindhoven is de goedkoopste stad van de G5: nieuwe huurders betaalden € 14,53 per vierkante meter per maand.
Amsterdam drukt op landelijke stijging
De absolute huurprijs ligt landelijk gezien een stuk lager als Amsterdam buiten beschouwing wordt gelaten. Amsterdam is met een gemiddelde huurprijs van € 23,68 per vierkante meter per maand de duurste stad van Nederland. Maar Amsterdam (+3,1%) heeft momenteel een drukkend effect op de landelijke huurprijsstijging. Als Amsterdam buiten beschouwing wordt gelaten, komt de gemiddelde landelijke huurprijsstijging op 5,3 procent uit. Hieruit blijkt dat de prijzen in de rest van Nederland procentueel gezien harder stijgen dan in Amsterdam.
Enkele uitschieters
Buiten de Randstad werden er ook enkele uitschieters gemeten. De prijzen in Bussum stegen het hardst: daar betaalden nieuwe huurders het vierde kwartaal van 2019 € 15,49, ruim 14 procent meer dan het vierde kwartaal van 2018. Ook in Amersfoort werd een stijging van 14 procent gemeten. Daar betaalden nieuwe huurders € 13,25.
In Apeldoorn betaalden nieuwe huurders een vierkantemeterprijs van € 10,72, zo'n 12 procent meer dan het vierde kwartaal van 2018. Erik Keizer van makelaarskantoor Domica Apeldoorn merkt op dat er tegenwoordig meer vraag is vanuit de Randstad of andere grotere steden zoals Arnhem en Amersfoort. "Deze huizenzoekers gaan verder kijken en Apeldoorn ligt op een strategisch aantrekkelijke locatie ten opzichte van andere middelgrote steden. Ook starters en jonge stellen gaan vaker eerst huren omdat zij op dit moment nog niet kunnen kopen. Dit duwt de vraagprijs van vrije sector huurwoningen in Apeldoorn omhoog."
Geen buitensporige prijsstijgingen
De woningmarkt lijkt al enkele kwartalen op rij in rustiger vaarwater te zijn gekomen: geen enorme stijgers, geen hoge pieken. "De prijsstijgingen die we nu meten zijn niet buitensporig hoog", zegt Jasper de Groot, directeur van Pararius. "Ter vergelijking: de gemiddelde landelijke prijsstijging in de vrije huursector komt niet hoger uit dan de maximaal mogelijke prijsstijging in de sociale huursector."
Huurprijzen van sociale huurwoningen voor zittende huurders mogen volgens de wet jaarlijks met maximaal 4,1 tot 5,6 procent stijgen, afhankelijk van het inkomen van de huurder. Vanaf 1 juli 2020 zijn die percentages vastgesteld op 5,1 procent tot 6,6 procent. "Daar zit de vrije sector dus nog onder", zegt De Groot. Ook in vergelijking met de koopmarkt groeit de vrije huursector minder hard. Het laatste kwartaal van 2019 stegen de prijzen van koopwoningen in Nederland met 8% ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Toch zijn de problemen in de vrije sector huurmarkt nog niet opgelost. "De vraag naar woningen wordt niet minder en het aanbod neemt niet snel genoeg toe", verklaart Jasper de Groot.