Geen moord wel doodslag
De rechtbank spreekt vrij van moord. De voorbedachte raad kan niet bewezen worden. Er is niet gebleken van een vooropgezet plan bij de verdachte om Hümeyra die dag om het leven te brengen. Dit kan niet volgen uit het gedrag van de verdachte in de periode voorafgaand aan de confrontatie met Hümeyra, en ook niet uit zijn gedrag tijdens de achtervolging van Hümeyra op school en het fatale schieten.
Er zijn sterke aanwijzingen dat de verdachte impulsief heeft gehandeld in boosheid en opwinding en niet na kalm en rustig beraad. De rechtbank acht doodslag bewezen. De medeverdachte wordt vrijgesproken van betrokkenheid bij de dood van Hümeyra. De verdachte heeft alleen gehandeld.
Net als de officier van justitie acht de rechtbank niet bewezen dat de verdachte Hümeyra die dag wilde ontvoeren. Hij wordt daarvan vrijgesproken. De verdachte heeft in luttele ogenblikken een jonge vrouw het leven ontnomen. Hij heeft daarmee onpeilbaar verdriet veroorzaakt bij de nabestaanden.
Maximum celstraf en TBS
Aan de verdachte wordt de maximum straf opgelegd voor doodslag, verhoogd met de straf die hij tevens krijgt voor het op straat lopen met een geladen vuurwapen. De rechtbank houdt anderzijds rekening met zijn verminderde toerekeningsvatbaarheid.
Bij de verdachte zijn stoornissen vastgesteld, waarvoor hij behandeld moet worden. Naast de gevangenisstraf wordt hem de maatregel TBS met dwangverpleging opgelegd.