Het onderzoek begint in de zomer van 2016 na een anonieme tip en levert al snel informatie op dat drugs zouden worden geleverd vanuit Frankrijk. Een 66-jarige Gouwenaar onderhoudt de contacten met de onbekend gebleven leverancier, en stuurt een 40-jarige Rotterdammer op pad om de handel in België over te nemen. 'Die gasten zijn onderweg,' zegt hij over de telefoon.
Ook een paar dagen later wordt weer gesproken van een levering. De politie ziet dat een auto met Frans kenteken wordt binnengereden in een loods in Den Haag. Als ook de eigenaar van de loods - de 62-jarige Hagenaar - daar een paar uur later is vertrokken, gaat de politie naar binnen. Ze vinden een stapel dozen en tassen met in totaal ruim 440 kilo hasj. Die nemen ze in beslag.
Poging tot ontvoering
Zodra de 66-jarige Gouwenaar er lucht van krijgt dat zijn hasjiesj zijn verdwenen, gaat hij op zoek naar mensen om zijn kompaan te ontvoeren. Hij wordt daartoe onder druk gezet door zijn onbekend gebleven leverancier, die denkt dat de man van de opslag zelf de drugs heeft gestolen. Hij moet proberen jongens te regelen die de Hagenaar kunnen 'meenemen'. In Amsterdam vindt hij de kerels die hij zoekt.
Op dat moment grijpt de politie in. Om te voorkomen dat de 62-jarige Hagenaar echt wordt ontvoerd, wordt hij aangehouden voor drugshandel. Uit tapgesprekken blijkt dat door zijn aanhouding hem waarschijnlijk geweld bespaard is gebleven. Teksten als 'Snij zijn handen' en 'Een dief geeft pas toe als hij de dood meemaakt' wijzen erop dat het niet zachtzinnig aan toe zou zijn gegaan.
Criminele organisatie
Een paar maanden na de drugslevering en de verijdelde ontvoering worden ook andere verdachten aangehouden die in het onderzoek naar voren zijn gekomen. In de loods zijn aanwijzingen gevonden dat de Gouwenaar en Hagenaar al langer samen in de hasjhandel zaten. De gevonden drugs waren verschillend gemerkt en er lagen meerdere notities van gewichten.
Het Openbaar Ministerie gaat uit van een criminele organisatie met de 66-jarige Gouwenaar aan het hoofd. De 62-jarige Hagenaar zorgde voor de opslag en het wegbrengen van hoeveelheden hasj in Den Haag. Een 39-jarige Rotterdammer onderhield allerlei contacten en was de 'rechterhand' van de Gouwenaar. Volgens het OM hadden de drie een langdurige en nauwe samenwerking.
Strafeisen
De 66-jarige Gouwenaar moet volgens het Openbaar Ministerie worden gezien als leider van de criminele organisatie. Hij hield zich bezig met de invoer en handel van hasj. Ook organiseerde hij de poging tot ontvoering. De officier van justitie eiste tegen hem 3 jaar gevangenisstraf. Tegen de 39-jarige Rotterdammer eiste ze 34 maanden, voor drugshandel, witwassen en een poging tot ontvoering. De 62-jarige Hagenaar hoorde 18 maanden eisen voor invoer van en handel in drugs.
Van twee andere verdachten is niet vast komen te staan dat ze onderdeel uitmaakten van de criminele organisatie. De ene is de 40-jarige Rotterdammer die die hielp de drugs op te halen in België, hij zou volgens het Openbaar Ministerie 14 maanden de cel in moeten. De ander deed mee aan de poging ontvoering, hij hielp mee om de juiste jongens daarvoor te zoeken. Tegen hem eiste de officier van justitie 6 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.