Onrust
De man plaatste de nepbommen op twee verschillende dagen. De eerste keer was op 5 februari van dit jaar. Twee weken later, op 18 februari, legde hij nóg een nepbom in de buurt van de Rabobank. Hij verklaart dat hij dit deed om onder een afspraak van de fraudespecialist van de Rabobank Utrecht uit te komen. De man heeft hiermee voor veel onrust en overlast gezorgd. Beide keren moesten de Rabobank, andere omliggende bedrijven én huizen ontruimd worden. Ook het verkeer moest worden stilgelegd. Daarnaast zijn de nepbommen ter plekke gecontroleerd door de politie en waren er veel hulpdiensten op de been.
Berekenend
Volgens de man was het achterlaten van de nepbommen een impulsieve actie. Maar volgens de rechtbank blijkt uit zijn handelen dat hij ook berekenend te werk is gegaan. Zo heeft hij na het achterlaten van de nepbommen zélf de politie gebeld. De eerste keer had hij daarvoor speciaal een telefoon zonder simkaart gekocht. De tweede keer schafte hij een losse simkaart aan. Uiteindelijk gooide hij de telefoon weg. Daarnaast verklaarde de man op zitting dat hij na de eerste keer wist wat de gevolgen van zijn actie waren. Toch heeft hij het daarna nog een keer gedaan.
Behandeling
Uit onderzoek door deskundigen blijkt dat de man zwakbegaafd is. Ook is er sprake van een persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank vindt dat de verdachte daardoor verminderd toerekeningsvatbaar is. Dit is meegenomen bij het bepalen van de straf. Evenals het feit dat de verdachte verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden en inziet dat hij hulp nodig heeft. De rechtbank wil ook dat hij zich laat behandelen. Daarnaast moet hij zich melden bij de reclassering. De straf is gelijk aan de eis van de officier van justitie.