Aandeel
Het aandeel van de gokbedrijven in de Nederlandse economie is niet meer dan circa 0,2 procent. 'Vanaf 2015 trok de werkgelegenheid in deze bedrijfstak weer aan', aldus het CBS.
Hogere spelopbrengst, meer kansspelbelasting
Dat gokken populairder is geworden, blijkt uit de groei van de consumptie met bijna 12 procent tot 2,5 miljard euro in de periode 2015–2018. Consumptie bestaat uit gokinzet minus gewonnen prijzen. De afgelopen jaren gaat steeds meer geld om in de branche loterijen en kansspelen. De productiewaarde steeg in de periode 2015–2018 met ruim 11 procent tot iets meer dan 2 miljard euro. Productiewaarde betekent in de gokbranche hetzelfde als spelopbrengst. Die resulteert uit omzet, minus uitgekeerde prijzen en kansspelbelasting. Het bedrag dat resteert is in feite wat het casino of de eigenaar van de speelautomaat eraan verdient.
Belastingtarief verhoogd
De groei van de gokbranche is deels af te leiden uit de toename van de ontvangst van kansspelbelasting door de overheid. Deze belasting die door casino's en de winnaars van prijzen in loterijen wordt betaald, was in 2018 ruim zeven keer zo groot als in 1995. Daarbij spelen twee fiscale wijzigingen. Ten eerste is het algemene tarief voor bruto uitgekeerde prijzen op 1 januari 2006 verhoogd van 25 procent naar 29 procent. Op 1 januari 2018 is het tarief verhoogd tot 30,1 procent. Ten tweede valt met ingang van juli 2008 ook de bruto-spelopbrengst (omzet minus uitgekeerde prijzen) van gokautomaten onder de kansspelbelasting.
Kwart vestigingen gokbedrijven in Zuid-Holland
De bedrijfstak loterijen en kansspelen is in het tweede kwartaal van dit jaar gekrompen tot 410 bedrijven. In datzelfde kwartaal in 2007 waren er nog 540 bedrijven in deze branche. Op 1 januari 2019 behoorden 655 vestigingen tot deze bedrijven. Het overgrote deel (94 procent) betreft gokhallen. Bijna een kwart van de gokbedrijven is te vinden in Zuid-Holland, tevens de provincie met het hoogste aandeel inwoners begin 2019: 21 procent. Daarna volgen Noord-Holland en Noord-Brabant. Bedrijven in loterijen en kanspelen komen het minst voor in Zeeland en Flevoland (ruim 2 procent).