Na de uitbraak van de kredietcrisis bereikte de werkelijke individuele consumptie een dieptepunt in 2013. Het aandeel van primaire producten, zoals huisvesting en voeding, in de consumptie nam in deze periode toe. Dit is niet ongebruikelijk in tijden van laagconjunctuur, omdat mensen niet goed buiten deze producten kunnen en er daarom minder op kunnen bezuinigen. Na 2013 groeiden de economie en de consumptie weer. Het aandeel van huisvesting en voeding zakte echter niet terug naar het niveau van voor de kredietcrisis.
Aandeel vervoermiddelen lager
Tegenover de toename van het aandeel van primaire producten staat de afname van het aandeel niet-primaire producten. Vooral het aandeel van financiële en zakelijke diensten, communicatiediensten en vervoermiddelen was lager dan in 2008. De afname van het aandeel van vervoermiddelen komt vooral doordat de groei van de aankopen van nieuwe personenauto’s na 2013 veel kleiner was dan de krimp in de periode 2008-2013. De opkomst van private lease en de langere levensduur van auto’s spelen hierbij een rol.