Hoger beroep
De rechtbank in Zutphen veroordeelde haar op 24 maart 2016 tot negen jaar gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging. Zowel verdachte als het OM gingen in hoger beroep.
Antidepressivum
Voor de rechtbank en in het hoger beroep is veel aandacht besteed aan de invloed die het gebruik van een antidepressivum had op het gedrag van verdachte. De officier van justitie in hoger beroep, de advocaat-generaal (AG), concludeert dat het onwaarschijnlijk is dat het gebruik van het middel een grote rol heeft gespeeld op die fatale ochtend. 'De betekenis van het gebruik ervan is maar van zeer beperkte invloed geweest op de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte voor de levensberoving van de kinderen.'
Rapporteurs
Voor het Gerechtshof in Arnhem zijn daarnaast rapporteurs gehoord over met name de vraag of aan verdachte een gedwongen behandeling moet worden opgelegd. Op basis van de verklaringen van de deskundigen komt de AG tot de conclusie dat dat niet het geval is. Hij heeft daarom alleen een langdurige gevangenisstraf geëist om recht te doen aan de ernst van deze feiten.
Onzekerheid
Het is inmiddels ruim vijf jaar geleden dat de kinderen werden vermoord. De lange duur van de berechting en de daarmee gepaard gaande onzekerheid is volgens de AG voor alle betrokkenen een zware last. Het vonnis van de rechtbank in 2016 is de uitkomst van een behandeling van de zaak over zestien zittingsdagen.
Diepe sporen
In hoger beroep zijn ook twee regiezittingen nodig geweest, voordat de zaak inhoudelijk kon worden behandeld. De AG is zich daarvan bewust, waarbij hij inziet dat het verdriet voor alle betrokkenen groot was en is: 'Ondanks het tijdsverloop zijn de herinneringen van de vader, de grootouders, verdere familieleden en ook de verdachte zelf aan de kinderen niet verbleekt. De herinneringen en het drama van 2 oktober 2013 trekken ook vandaag de dag diepe sporen door hun leven.'