Het OM kan tijdens een strafrechtelijk onderzoek een tap hebben geplaatst op een telefoon van een verdachte of betrokkene die ook gesprekken blijkt te voeren met een journalist. Het dwang- of opsporingsmiddel is dan niet gericht op de journalist, maar op de andere persoon. Een tap wordt altijd geplaatst met goedkeuring en machtiging van een rechter-commissaris. In belang van het onderzoek kan het OM besluiten om de uitwerking van een opgenomen gesprek toe te voegen in een strafdossier. Hierdoor wordt de identiteit van de personen tussen wie het gesprek heeft plaatsgevonden, bekend via het strafdossier. Dat kan de bronbescherming van de journalist raken.
De nieuwe aanwijzing die 1 oktober vorig jaar is ingegaan, spitst zich toe op het toepassen van dwangmiddelen op journalisten. De gevallen waarin de journalist kan opduiken als 'bijvangst' zijn daarin wel onderkend, maar daarvoor gelden nog geen aanvullende regels. Op dat punt wordt de aanwijzing aangevuld.