De fraude speelde zich af in de periode 2011-2014. In dat laatste jaar deed het CBR aangifte tegen de examinator. De politie heeft gereconstrueerd dat zo’n tweehonderd kandidaten een rijexamen ‘gekocht’ hebben bij de mannen. Ze betaalden daarvoor soms tot wel 3.000 euro. Dat geld werd verdeeld tussen de rijschoolhouder en de CBR-examinator. Alle ‘geslaagden’ hebben van het CBR – toen de feiten aan het licht kwamen – hun rijbewijs moeten inleveren. Een deel van hen ging tegen die beslissing in beroep en hebben het rijbewijs mogen houden na het halen van een rijtest.
De fraude was mogelijk doordat de examinator – die gespecialiseerd was in zogeheten faalangst- en nader-onderzoek-examens - op twee locaties soms als enige CBR-medewerker rijexamens afnam. Stond hij voor die locaties ingeroosterd, dan was er een grote kans dat hij de examinator zou zijn. Hij gaf die data dan door aan de rijschoolhouders. Die planden vervolgens hun klanten ‘met garantiepakket’ (zoals zij het zelf noemden) op deze dagen in voor het praktijkexamen.
Volgens de advocaat-generaal is er voldoende bewijs van de fraude. Zo zijn er SMS’jes van de examinator aan de rijschoolhouders waarin hij meldt: ‘Weer prettig samengewerkt. Zonder garantie was het niet gelukt voor ze’. Uit het onderzoek is ook gebleken dat het slagingspercentage bij deze examinator voor de verdachte rijscholen minimaal tweemaal zo hoog lag als zijn gemiddelde.
De rechtbank veroordeelde de CBR-examinator in 2016 tot een gevangenisstraf van negen maanden. De rijschoolhouders kregen taakstraffen opgelegd. Drie van de vier verdachten zijn tegen die uitspraak in hoger beroep gegaan. Het OM diende in alle vier de zaken hoger beroep in. De advocaat-generaal neemt het de verdachten zeer kwalijk, niet alleen dat zij fraude hebben gepleegd, maar ook dat zij dit gedaan hebben ten koste van de verkeersveiligheid en meent daarom dat celstraffen op hun plaats zijn.