Gijzeling
Het slachtoffer werd op 3 juli gegijzeld door de vier mannen. Een 25-jarige man uit Amersfoort heeft ervoor heeft gezorgd dat het slachtoffer in een auto stapte in Amersfoort. Vervolgens is hij meegenomen naar een garagebedrijf in Soest. Tijdens de gijzeling worden er forse bedreigingen geuit. Er wordt door de vier mannen contact opgenomen met de broers van het slachtoffer. Hen wordt verteld dat er losgeld betaald moet worden als zij hun broer nog levend willen zien. De 25-jarige man uit Amersfoort is vervolgens naar de broers gereden om het losgeld te innen. Daar doet hij zich voor alsof hij ook een slachtoffer van de gijzeling is. Op een gegeven moment wordt het slachtoffer verplaatst naar een schuurtje in een volkstuinencomplex in Soest en daarna vrijgelaten in de buurt van een tankstation. De rechtbank oordeelt dat alleen van een 43-jarige man uit Soest kan worden vastgesteld dat hij hierbij betrokken was.
Doodsangsten
Het slachtoffer heeft doodsangsten uitgestaan tijdens de gijzeling. Dit heeft nog altijd een grote impact op hem, zo bleek uit zijn slachtofferverklaring. De rechtbank legt aan alle verdachten een contactverbod met het slachtoffer op. Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gekeken naar straffen in vergelijkbare zaken en naar de rol van de verdachten. De 25-jarige man uit Amersfoort die een hoofdrol had in de gijzeling krijgt een gevangenisstraf van 22 maanden opgelegd. De 43-jarige man uit Soest die het slachtoffer naar het schuurtje verplaatste is veroordeeld tot 18 maanden cel. Twee mannen uit Soest van 36 en 37 jaar zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden.