Medeplegen poging tot moord
Het hof acht bewezen dat alle 5 verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan het medeplegen van deze poging om het slachtoffer te liquideren. Op de plaats delictwaren 3 verdachten aanwezig: 2 schutters en 1 chauffeur. Het hof legt 2 van hen 20 jaar en de 3e persoon 18 jaar gevangenisstraf op. Het hof heeft niet kunnen vaststellen wie van deze 3 personen de 2 schutters zijn geweest. Maar gelet op de nauwe en volledige samenwerking vindt het hof dat dit voor de straf niet uitmaakt. De verdachten maakten zich ook schuldig aan enkele andere strafbare feiten, waaronder het bezit van springstof en heling. De 2 zwaarst gestrafte verdachten hadden bovendien een aanzienlijk strafblad. De resterende 2 verdachten krijgen een gevangenisstraf van 16 jaar en van bijna 14 jaar. Zij waren volgens het hof intensief betrokken bij de voorbereiding van de aanslag, het volgen van het slachtoffer, het organiseren van de vlucht en het wegmaken van sporen. Bovendien had 1 van hen rechtstreeks contact met de opdrachtgever.
Hogere straffen
Het hof gaat bij een aantal verdachten boven de eis uit. Het Openbaar Ministerie eiste 2 keer 20, 16, 15 en 13,5 jaar gevangenisstraf. Deze eis was vrijwel gelijk aan de straffen die de rechtbank oplegde.
De vordering van het slachtoffer van 25.000 euro smartengeld wijst het hof toe.
Voorbereiding aanslag
Het hof rekent het de verdachten zwaar aan dat de aanslag grondig is voorbereid. De auto van het beoogde slachtoffer was al enkele weken voorzien van een peilbaken. Met een telefoon konden de verdachten inloggen op dit baken om telkens te bepalen waar het slachtoffer was. In de dagen voorafgaand aan de aanslag probeerden de verdachten al een paar keer om de voorgenomen moord te plegen. Dat lukte steeds niet.
Veiligheid samenleving
Daarnaast weegt het hof mee dat de aanslag op klaarlichte dag met zware vuurwapens in een woonwijk is gepleegd waarbij in het wilde weg is geschoten. Diverse geparkeerde auto’s zijn geraakt. Tot slot blijkt volgens het hof uit de berichten die enkele verdachten naar elkaar stuurden dat zij een grote verbetenheid hadden om het slachtoffer te doden. Het hof vindt dat de berichten afschuw wekken. Voor het sturen van deze berichten maakten de verdachten gebruik van versleuteling via de applicatie Pretty Good Privacy (PGP). De verdachten beriepen zich vrijwel volledig op hun zwijgrecht. Het hof weegt bij de straftoemeting mee dat de verdachten daarmee geen enkel inzicht hebben gegeven in hun motieven. Beveiliging van de samenleving is daarom een belangrijk doel van de opgelegde straffen.
Opsporingsmiddelen niet onrechtmatig
De raadslieden van de verdachten voerden in hun pleidooien aan dat er fouten zijn gemaakt in het opsporingsonderzoek en dat de inzet van enkele opsporingsmiddelen onrechtmatig is geweest. Het hof verwerpt al deze verweren.