Zij eisen 750 miljoen euro extra voor jeugdzorg, minder bureaucratie en een einde aan de aanbestedingswaanzin door gemeenten.
Maaike van der Aar van FNV Zorg & Welzijn: ‘De jeugdzorgwerkers zijn echt boos en de actiebereidheid is groot. Minister Hugo de Jonge en zijn voorganger luisteren al jaren niet naar de noodkreten uit jeugdzorg, daarom komen de jeugdzorgmedewerkers nu massaal naar Den Haag. En dat terwijl deze groep niet zo snel de barricaden op gaat voor zichzelf. Liever lopen zij zichzelf voorbij om kinderen niet met een lange wachtlijst te confronteren. Maar er is een grens en die is nu ver overschreden.’
750 miljoen euro erbij
Door bezuinigingen op de jeugdzorg door de overheid, raken de gemeentelijke geldpotten leeg. De zorgmedewerkers willen dat er 750 miljoen euro bij komt; dit bedrag bestaat uit het terugdraaien van de 450 miljoen euro bezuinigingen en 300 miljoen euro om de sterke toename van de vraag naar jeugdzorg aan te kunnen. Gemeenten proberen dit op te lossen met goedkope aanbestedingen voor te lage tarieven en te weinig tijd per kind. Gevolg: wachtlijsten lopen op en kinderen en ouders krijgen niet de zorg die hard nodig is.
Jeugdzorgwerkers lopen hierdoor vast; er is voortdurend de angst om hun werk te verliezen aan een andere organisatie, contracten worden onzeker, de werkdruk is torenhoog en er komt veel extra administratie bij. Elke gemeente heeft weer andere formulieren, codes en regels en geld is beperkt. Hierdoor zijn jeugdzorgwerkers veel tijd kwijt aan verantwoording en het zoeken naar budget in plaats van met zorg.
Jeugdzorgwerkers oververmoeid
Voor Renna Himonetos, al 20 jaar jeugdzorgwerker, is de maat vol: ‘Wat er nu gebeurt in de jeugdzorg is echt vreselijk. Regelmatig komt het voor dat driekwart van een gesprek over een gezin gaat over hoe en waar we zo goedkoop mogelijk de zorg kunnen regelen en niet over wat daadwerkelijk nodig is voor een kind. Ons vak wordt uitgehold en we komen niet genoeg aan onze zorgtaken toe. We moeten wel in opstand komen. Voor de kinderen en de gezinnen, maar ook voor onszelf. De werkdruk is torenhoog en mijn collega’s en ik zijn oververmoeid.’