Ze gaan niet over details, het zijn overkoepelende afspraken. Daarbinnen kunnen landen met bijvoorbeeld hetzelfde type munitie sneller onderling afspraken maken. Volgens minister Ank Bijleveld-Schouten draait het allemaal niet alleen om geld. “Ook door slimmer samenwerken en gezamenlijk inkopen zorgen we voor een sterkere NAVO met meer slagkracht.”
Voorraden op peil
Samenwerking maakt bijvoorbeeld mogelijk dat Nederland de munitievoorraad beter op peil kan houden. Heeft Nederland een tekort, dan kan het bij een ander land aankloppen. Raakt een type munitie in Nederland bijna over de datum, dan is er misschien een ander land dat de voorraad op tijd kan verbruiken.
Munitie wordt niet alleen effectiever verbruikt, maar door bulkinkoop ook goedkoper.
Op langere termijn hoort het opslaan van munitie in elkaars land zelfs tot de mogelijkheden. Nederlandse militairen hoeven bij oefeningen elders dan mogelijk hun eigen voorraad niet meer mee te nemen.
Deelnemende landen landmunitie
18 landen tekenden de overeenkomst voor landmunitie. Het zijn: België, Denemarken, Duitsland, Estland, Frankrijk, Italië, Letland, Litouwen, Montenegro, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Spanje en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië als NAVO-kandidaat. Na afloop van de NAVO-top in Brussel zetten ook de niet-NAVO-landen Australië en Finland hun handtekening.
Deelnemende landen maritieme munitie
De overeenkomst voor maritieme munitie tekenden 7 landen: België, Frankrijk, Italië, Nederland, Polen, Portugal en Spanje. Het gaat om luchtdoelraketten, grond-grondrakketten, torpedo’s en patronen. Het verhoogt de mogelijkheid om munitie te delen en onder alle omstandigheden makkelijk samen te werken.
Samenwerken bij onbemande maritieme systemen
11 landen gaven te kennen hun gezamenlijke capaciteit te willen versterken op het gebied van onbemande maritieme systemen. Denk aan middelen voor bijvoorbeeld onderzeebootbestrijding, een apparaat om mijnen te ruimen of aan onderwaterdrones om inlichtingen te verzamelen. De overeenkomst wordt waarschijnlijk in oktober getekend door: België, Denemarken, Duitsland, Griekenland, Italië, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Spanje en Turkije.