De mannen hadden opdracht gekregen om op het slachtoffer te schieten. In de nacht van 10 op 11 mei 2017 reden ze in een gestolen auto naar het adres van het slachtoffer. De opdracht was zorgvuldig voorbereid en geregeld. De 31-jarige man had van zijn opdrachtgever gegevens over het slachtoffer doorgekregen, waaronder het kenteken van zijn auto en een beschrijving van de man. Het adres stond voorgeprogrammeerd in een Tomtom en in de kofferbak lag een automatisch wapen.
Schoten
De mannen zaten in de gestolen auto te wachten toen rond middernacht het slachtoffer in zijn auto kwam aanrijden. De schutter stapte uit en liep met het wapen in zijn hand en een bivakmuts op zijn hoofd in de richting van het slachtoffer. In een tijdsbestek van enkele seconden werden er meerdere schoten gelost. Het slachtoffer rende weg waarna een achtervolging volgde. De schutter wilde opnieuw schieten, maar het wapen weigerde. De verdachten vertrokken in de gestolen auto die ze in Nieuwerbrug aan den Rijn in brand staken om hun sporen te wissen. Omdat de tweede vluchtauto niet wilde starten en vlam vatte zijn de verdachten een weiland in gevlucht waar ze werden aangehouden.
Levensgevaarlijk handelen
Bij de aanslag op het slachtoffer is volstrekt roekeloos gehandeld door met een automatisch wapen midden in een woonwijk, met getuigen, te gaan schieten. Het slachtoffer zit sinds de moordpoging ondergedoken en er is bij hem een depressie en een posttraumatische stressstoornis vastgesteld. Daarnaast heeft het meedogenloze en levensgevaarlijke handelen gevoelens van angst en onveiligheid bij buurtbewoners en vele andere mensen in de samenleving opgeroepen. De rechtbank rekent dit verdachten zeer zwaar aan. Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gekeken naar vergelijkbare zaken. De rechtbank wijkt daarom af van de eis van de officier van justitie. Naast de lange gevangenisstraf legt de rechtbank beide verdachten ook een contactverbod met het slachtoffer op.