In september 2017 is al bekendgemaakt dat een eventueel MH17-proces zal plaatsvinden voor de rechtbank Den Haag. Vervolgens is er onderzocht wat een geschikte zittingslocatie is binnen bestaande structuren. De keuze voor het JCS past hier in. Dat schrijft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid, mede namens minister Blok van Buitenlandse Zaken, vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
De landen wiens opsporingsautoriteiten samenwerken in het Joint Investigation Team (JIT) - Australië, België, Maleisië, Oekraïne en Nederland - hebben juli 2017 gezamenlijk besloten dat verdachten van het neerhalen van vlucht MH17 in Nederland en volgens Nederlands strafprocesrecht kunnen worden vervolgd. In Nederland is direct begonnen met de noodzakelijke voorbereidingen, zoals de ratificatie van het MH17-verdrag, aanpassing van wetgeving en het zoeken van een geschikte en tijdig beschikbare zittingslocatie. Het is aan het Openbaar Ministerie (OM) om te bepalen of en wanneer verdachten voor de rechter worden gebracht. Het kabinet zorgt ervoor dat alles tijdig gereed is zodat een proces ook kan plaatsvinden.
Zorgvuldige analyse
Er heeft een zorgvuldige analyse plaatsgevonden, voordat gekozen is voor het JCS als zittingslocatie. Het internationale karakter van het MH17-proces maakt dat er veel eisen worden gesteld aan de zittingslocatie. Het OM en de rechtspraak hebben een programma van eisen opgesteld waaraan een zittingslocatie zou moeten voldoen. Zo dienen alle nabestaanden van de slachtoffers, die afkomstig waren uit 17 verschillende landen, een plek te krijgen binnen het strafproces. Daarnaast is bijvoorbeeld van belang dat de locatie direct beschikbaar is als het OM besluit verdachten voor de rechter te brengen, er voldoende ruimte is voor de media en veiligheidsrisico’s kunnen worden ondervangen.