Bidden
In de afgelopen 10 jaar is het bidden toegenomen. Van de Marokkaans moslims bidt 78% vijf maal per dag, bij de Turkse moslims is dit 33%. Bij de Turkse moslims is het moskeebezoek toegenomen. Ongeveer 40% van beide groepen bezoekt tenminste wekelijks een moskee. Marokkaanse moslima’s dragen steeds vaker een hoofddoek (78% t.o.v. 10 jaar geleden 64%). Ook bij jongeren en de tweede generatie is een toename te zien. Bij Turkse moslima’s is deze toename er niet.
Vasten tijdens Ramadan
Het overgrote deel van de Marokkaanse moslims (87%) vast alle dagen tijdens de ramadan, dit geldt voor iets meer dan de helft (55%) van de Turkse moslims. Een zeer groot deel van de moslims eet (bijna) altijd halal. Onder Turkse Nederlanders is in de periode 2006-2015 een lichte toename in het deel dat niet-gelovig is, onder Marokkaanse Nederlanders niet. Het aandeel moslims is bij Turkse Nederlanders afgenomen (van 93 naar 86%), maar niet bij Marokkaanse Nederlanders. Van hen beschouwt 94% zich moslim. Vooral hoger opgeleide en tweede generatie Turkse Nederlanders noemen zich relatief vaak niet-moslim.
Op basis van hun religieus gedrag, opvattingen en identificatie zijn 5 groepen moslims onderscheiden. De twee meest gelovige groepen, de vrome en strikt praktiserende moslims, vormen samen 84% van de Marokkaanse moslims. Bij de Turkse moslims is dit 45%. Er zijn weinig seculiere moslims, 7% bij de Turkse moslims, 2% bij de Marokkaanse moslims.
Onderzoek SCP
Dit blijkt uit De religieuze beleving van moslims in Nederland. Diversiteit en verandering in beeld, een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) door Willem Huijnk. Dit onderzoek geeft een overzicht van (ontwikkelingen in) de religieuze beleving en betrokkenheid van verschillende moslimgroepen in Nederland. Op basis van hun religieus gedrag, opvattingen en identificatie zijn 5 type moslims onderscheidden. Ook wordt onderzocht hoe deze groepen in de Nederlandse maatschappij staan. Bijvoorbeeld over hun gezondheid, opvattingen, discriminatie-ervaringen en hun sociale contacten. In totaal zijn 7,249 moslims ondervraagd (in verschillende jaren) met name van Turkse en Marokkaanse herkomst. Het rapport gaat niet in op radicalisering, extremisme of extreem-orthodoxe religieuze gedragingen van moslims.