Op 20 mei 2018 heeft de verdachte twee-derde van zijn celstraf uitgezeten die de rechtbank hem in 2016 oplegde voor de verkrachting van Nicole van den Hurk in 1995. Volgens de raadsman zou hij op dat moment voorwaardelijk vrij moeten komen. Hij stelt dat het vonnis van de rechtbank hierbij leidend moet zijn.
Nog geen onherroepelijke veroordeling
Het hof oordeelt anders. De in de wet genoemde regeling rond de voorwaardelijke invrijheidsstelling waarop de raadsman zich beroept, geldt alleen bij een onherroepelijke veroordeling. In deze zaak is in maart 2017 het onderzoek in hoger beroep gestart. Van een onherroepelijke veroordeling is nog geen sprake. De wetsartikelen waar de raadsman zich op beroept, zijn dus niet van toepassing, oordeelt het hof. De verdachte blijft daarom in voorlopige hechtenis.
Proces
De inhoudelijke behandeling van deze zaak is gepland van 28 tot en met 31 augustus 2018.