Dat blijkt uit de voortgangsrapportage over het Nederlandse aandeel in de strijd tegen ISIS. Het document, mede ondertekend door minister van Defensie Ank Bijleveld-Schouten, ging vandaag naar de Kamer. Het kabinet meldt dat inzet van de anti-ISIS coalitie belangrijk blijft. Dit om behaalde successen niet opnieuw prijs te hoeven geven en te voorkomen dat ISIS of een soortgelijke organisatie zich opnieuw manifesteert.
Nederlandse bijdrage op de Iraakse bodem
De Capacity Building Mission Iraq (CBMI) verzorgde afgelopen half jaar met partnerlanden trainingen aan Koerdische strijdkrachten. De Peshmerga zijn niet meer betrokken bij direct optreden tegen ISIS. De behoefte aan met name Wide Area Security trainingen, Counter Improvised Explosive Devices-cursussen, lessen voor bataljonsstaven en leiderschapstraining daalde. Ze werden verzorgd op trainingscentra in Atrush, Beneslava, Erbil en Menilla. Vanwege de gewijzigde trainingsbehoefte haalde Nederland eerder 1 mobiel trainingsteam uit Noord-Irak terug. Een tweede volgt, alsmede de Special Operations Forces (SOF)-bijdrage vanuit Erbil. De SOF-bijdrage in Bagdad en een resterend trainingsteam in Noord-Irak worden gehandhaafd. Verder ondersteunen in 2018 2 inlichtingenanalisten in Noord-Irak het Belgische advisering en assistentie-team. Op Al-Assad Air Base werkt een 10-koppig chirurgisch team in een door Amerikanen geleid ziekenhuis.
Inzet F-16’s
4 Nederlandse F-16’s opereren sinds januari bijna dagelijks boven Irak en Oost-Syrië, met name om grondtroepen te ondersteunen. Dit jaar zijn inmiddels meer dan 100 missies gevlogen waarbij regelmatig ISIS-doelen zijn aangevallen, vooral in Syrië. Denk aan voertuigen, logistieke opslagplaatsen en wapenopstellingen.
Ook van oktober 2014 tot en met juni 2016 zijn Nederlandse F-16’s tegen ISIS-doelen ingezet. Ze vlogen toen meer dan 2.100 missies, waarbij ruim 1.800 keer wapens zijn gebruikt. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft hiervan 4 zaken nader onderzocht. Het OM zag in geen van de gevallen aanleiding voor een vervolgonderzoek.
Het voorkomen van burgerslachtoffers en nevenschade heeft de hoogste prioriteit voor Nederland. Voor, tijdens en na wapengebruik worden dan ook checks en controles uitgevoerd. Ondanks de zorgvuldige processen is het risico op burgerslachtoffers helaas nooit volledig uit te sluiten.