donderdag, 5. april 2018 - 18:22 Update: 05-04-2018 18:45

Meer dan de helft grote grazers Oostvaardersplassen gestorven

Meer dan de helft grote grazers Oostvaardersplassen gestorven
Foto: © Foto Staatsbosbeheer
Lelystad/Almere

In de maand maart 2018 zijn in de Oostvaardersplassen in totaal 1155 grote grazers dood gegaan, waarvan 958 edelherten, 157 paarden en 40 runderen, zo laat Staatsbosbeheer donderdag weten.

Afgeschoten

'Volgens het protocol vroeg reactief beheer zijn 759 edelherten, 37 runderen en 137 paarden geschoten, allen dieren waarvan conditie en gedrag lieten zien dat ze het eind van de winter waarschijnlijk niet zouden halen. Daarnaast zijn 199 edelherten, 20 paarden en 3 runderen een natuurlijke dood gestorven', aldus Staatsbosbeheer.

Uitval winterperiode

Tijdens deze winterperiode, die begon op 1 december 2017, is de populatie in totaal met 2969 afgenomen, waarvan 2479 edelherten, 73 runderen en 417 paarden. Vergeleken met de aantallen van de laatste helikoptertelling van oktober vorig jaar zijn er nu 57% minder dieren. Het percentage afschot van het totaal aantal gestorven dieren van december tot en met maart bedroeg 89%, dicht in de buurt van de ICMO-2 richtlijn om ernaar te streven tenminste 90% van de dode dieren geen natuurlijke dood te laten sterven. Het heeft een grote inspanning gekost om dit ook onder de huidige zware omstandigheden te realiseren. 

Hoge aantallen voor start van winter

Afgelopen najaar zijn in de Oostvaardersplassen ongeveer 5230 dieren vanuit de lucht geteld. Al in mei vorig jaar waren er 10% meer dieren dan het gemiddelde sinds 2008, het jaar dat de populatiegroei afvlakte. Dit is te verklaren door de relatief zachte winters van 2015/2016 en 2016/2017. Er was lang veel voedsel aanwezig. Dit kwam enerzijds door het laat inzetten van de winter met vorstperiodes en de droge omstandigheden met weinig regen of sneeuwval. Kortom, er was veel voedselaanbod in periodes met zachte winterse omstandigheden. 

Winterweer

De afgelopen maanden hadden we te maken met bijzondere ‘winterse’ omstandigheden. De maand december begon met overvloedige regenval, die aanhield tot halverwege januari. Hierdoor moesten de dieren al vrij vroeg terugvallen op hun vetreserves. Veel jongere dieren en de oudere dieren, die niet in staat zijn geweest om in de zomer en herfst voldoende vet op te bouwen, zijn in deze periode uitgevallen. Maart begon met winterse temperaturen. Maart 2018 was zelfs kouder dan januari en februari dit jaar. Normaal is dit het staartje van de winterperiode en houden veel dieren het goed vol tot het voorjaar begint. De lage temperaturen, gecombineerd met de felle noordoostenwind was zwaar voor de grote grazers. Ook in april zullen nog dieren uitvallen. De winterrapportage loopt ieder jaar van december tot en met april. Begin mei wordt de eindrapportage opgemaakt. Op basis van het huidige aantalsverloop is de verwachting dat de populatie dan op hetzelfde niveau is als in het jaar 2002. Hierdoor zijn de aantallen terug naar de helft van de ecologische draagkracht van het gebied, zal er aankomend voorjaar en zomer veel voedsel beschikbaar zijn voor elk individu, en kunnen de overblijvende dieren weer reserves gaan opbouwen voor de aankomende winter. 

Effecten van bijvoeren 

Vanaf 1 maart 2018 heeft Staatsbosbeheer op verzoek van de Provincie Flevoland schraal hooi in het gebied gebracht. Eerst op zeven verschillende plekken in het gehele gebied. Vrij snel daarna is het aantal voerplekken uitgebreid tot 10 plekken en de hoeveelheid hooi per voerplek verdubbeld. We hebben geconstateerd dat de dieren het hooi eten. Er wordt ook illegaal gevoerd. Het is te vroeg om conclusies te trekken over de effecten van het voeren van de dieren met hooi op de gezondheid en populatieontwikkeling. De Gezondheidsdienst voor Dieren is bij onderzoek hierover betrokken.

Categorie:
Provincie: