Om het recht op betoging te faciliteren en eventuele wanordelijkheden te voorkomen stelt de driehoek voorwaarden. Zo kan de driehoek adequaat optreden met als doel het vreedzaam demonstreren – ongeacht de inhoud - zo goed mogelijk te beschermen. De voorwaarden zijn in het verleden al vaker opgelegd.
Het is een demonstrant niet toegestaan iets bij zich te hebben waarvan aannemelijk is dat dit is meegebracht om de orde te verstoren dan wel schade aan zaken of letsel aan personen toe te brengen. Dat zijn bijvoorbeeld slag- of steekwapens. Dit geldt ook voor middelen die tijdens een ongewenste confrontatie met derden of de politie kunnen worden ingezet, zoals verstevigde spandoeken, stokken of beschermende kleding. Gezichtsbedekking wordt niet toegestaan als dit gepaard gaat met gedragingen met het kennelijke doel om de orde te verstoren of strafbare feiten te plegen. Het in brand steken van enig voorwerp is niet toegestaan. Het bezit van en gebruik van vuurwerk, waaronder fakkels, is strafbaar.
Ook het op enige wijze discrimineren, beledigen of bedreigen van één of meerdere personen is strafbaar. Dit geldt uiteraard ook voor het oproepen tot geweld of vernieling. Op gezag van de Hoofdofficier van Justitie zal tegen strafbare feiten direct en zichtbaar worden opgetreden. Zodat degene die beschermd moet worden, voelt dat hij wordt beschermd, en zodat degene die rechten schendt, weet dat hij over een grens gaat.
Een tegendemonstratie in de nabijheid van een demonstratie wordt in beginsel toegestaan. Maar de driehoek duldt geen fysieke confrontatie en neemt maatregelen om die te voorkomen. De driehoek wijst alle demonstrerende partijen erop dat het strafbaar is een demonstratie te verstoren of door (dreiging met) geweld te verhinderen.