Het aantal keren dat de politie moet uitrukken voor spoedsituaties is in vijf jaar tijd met meer dan 25 procent toegenomen. Dat blijkt uit de eigen cijfers van de politie. Zo is het aantal prio 1 en prio 2 meldingen in die periode gestegen van ruim 1,2 miljoen naar ruim 1,5 miljoen. ‘Dit levert druk op in de wijken en dus ook in de basisteams’, constateert Akerboom. ‘Als mensen hulp nodig hebben, bellen zij in toenemende mate de politie. De politie is en blijft een anker. Waar andere publieke functies verdwijnen – denk aan de brievenbus, het postkantoor of de bank – blijft de politie zichtbaar in de wijk en weten mensen ons te vinden.’
Verward gedrag
De stijging van het aantal spoedmeldingen is volgens de korpschef grotendeels te wijten aan het toenemend aantal meldingen van noodsituaties door verwarde en gewelddadige mensen, zegt de korpschef. Het ingewikkelde is dat het vaak om zorgmijders gaat. ’Wij lijken het nationale opvangcentrum voor personen met verward gedrag te zijn geworden. Dat gaat van mensen die de kluts kwijt zijn, tot enorme geweldsuitbarstingen. Het gaat om heftige incidenten die regelmatig voorkomen die ook politiemensen raken. Enkele weken geleden sprak ik een collega in Helmond. Die had ineens een mes in zijn keel en dacht dat hij doodging.’
‘Meebewegen en baken zijn’
Diverse onderzoeken laten volgens Akerboom zien dat het vertrouwen in de politie onverminderd groot is. ‘De politie wordt door veel mensen als anker gezien. Als je in nood bent en het komt er op aan, dan bel je de politie. Onze samenleving is voortdurend in beweging. Wij moeten als organisatie meebewegen, maar tegelijk ook baken, een zekerheid zijn. Het is ingewikkeld maar ook heel mooi werk.'