Twee leningen
In een civiele bodemprocedure wordt terugbetaling van twee leningen met rente geëist. De gedaagde zou 26.050 euro van Koen Everink hebben geleend, en 43.400 euro van Tunga Holding, het bedrijf van Everink.
Aflossingen en nieuwe afspraken
Hij stelt zich op het standpunt dat hij veel minder hoeft terug te betalen. Volgens hem heeft hij bedragen afgelost en zijn er nieuwe afspraken gemaakt. De rechtbank geeft hem de mogelijkheid om die stellingen te bewijzen. Daarna kan beoordeeld worden hoeveel hij nog moet terugbetalen.
Misbruik van omstandigheden
De gedaagde erkent dus dat hij geld heeft geleend van Everink en Everinks bedrijf. Maar voor het geval het hem niet lukt om te bewijzen dat hij geld heeft teruggegeven en dat er nieuwe afspraken zijn gemaakt, vraagt hij de rechter om de twee leningsovereenkomsten te beschouwen alsof ze nooit zijn gesloten.
Gokverslaving
In verband daarmee heeft hij aangevoerd dat er misbruik is gemaakt van zijn gokverslaving en dat de leningen niet gesloten hadden mogen worden. Daar is de rechtbank het mee eens. Everink had moeten begrijpen dat hij door zijn gokverslaving, in combinatie met zijn beperkte financiële middelen, is bewogen tot het afsluiten van de twee leningsovereenkomsten. Everink had dat daarom niet moeten doen.
Schuld aan erfgenamen
De leningsovereenkomsten bestaan met terugwerkende kracht niet meer. De gedaagde heeft de bedragen dus ontvangen zonder een juridisch geldige reden en daarom heeft hij geen recht op deze bedragen. Uit dit oordeel van de rechtbank volgt nog steeds dat de gedaagde een schuld heeft aan de erfgenamen van Everink en aan Everinks bedrijf. Op dit moment is niet duidelijk hoe hoog die schuld is, omdat de rechtbank eerst naar de bewijslevering gaat kijken.