Hersenletsel
Op 14 december 2012 zat de baby ’s morgens in de box in de woonkamer, terwijl haar moeder, de toenmalige vriendin van de verdachte, in de badkamer was. Verdachte was bij de baby in de woonkamer. Er was volgens hem niets bijzonders aan de hand. Kort daarvoor zat de baby nog vrolijk te brabbelen, ze had gegeten en was aangekleed. Plotseling, zo verklaarde hij, ademde ze slecht, hing ze slap en draaiden haar ogen weg. De verdachte waarschuwde zijn vriendin en samen zijn zij toen snel naar de huisarts gegaan, die vervolgens de hulp inriep van het Nijmeegse Radboudumc. Daar is ze geruime tijd beademd op de Intensive Care, waar haar leven is gered. Wel bleek zij onder meer ernstig hersenletsel te hebben opgelopen.
Medisch-forensisch onderzoek
Zowel in de procedure van de rechtbank als in het hoger beroep is uitgebreid onderzoek gedaan. Eerst door de deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en later door de contra-deskundige van de Forensische Polikliniek Kindermishandeling. Het hof neemt hun conclusies over: de acute medische noodtoestand van de baby is uitsluitend te verklaren door heftig schudden, een forse slag op het hoofd, of door de combinatie van beide. Dit moet direct vooraf zijn gegaan aan de symptomen die de baby vertoonde. In de seconden voor de bewustzijnsvermindering, slapte en ademhalingsproblemen moet er heftig en zeer krachtig geweld zijn uitgeoefend op de baby.
Poging tot doodslag
Het is niet mogelijk dat het letsel eerder dan 14 december 2012 is toegebracht en door iemand anders dan verdachte, zoals de verdediging van mening is. Omdat de baby ’s morgens vroeg nog niets mankeerde, moet het geweld die ochtend zijn uitgeoefend door de verdachte, op het moment dat de moeder niet in de woonkamer was. Volgens het hof is er sprake van een poging tot doodslag. De kans dat de baby als gevolg van het door verdachte toegepaste geweld zou overlijden, is volgens het hof aanmerkelijk geweest. Door het uitoefenen van heftig geweld op het hoofd en/of het lichaam van de 13 maanden oude baby heeft de verdachte bewust het risico genomen dat zij zou komen te overlijden, aldus het hof.
4,5 jaar gevangenisstraf
De verdachte heeft maar in beperkte mate meegewerkt aan onderzoeken naar zijn persoon. Daardoor is er geen goed beeld om uitspraken te doen over zijn toerekeningsvatbaarheid en over de kans op herhaling. Daarom gaat het hof er van uit dat hij volledig toerekeningsvatbaar was toen hij geweld pleegde tegen de baby.
Het hof rekent het de verdachte zeer aan dat hij grof geweld heeft toegepast op een weerloos kind van 13 maanden oud, geweld met ingrijpende, blijvende gevolgen voor het slachtoffer. Een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf is hierbij op zijn plaats. Het voor het hof gebruikelijke uitgangspunt voor de straf bij een voltooide doodslag is 8 jaar cel. Hier gaat het om een poging daartoe, met zulke grote gevolgen dat het hof 5 jaar gevangenisstraf passend vindt. Doordat de behandeling van de zaak in hoger beroep echter niet binnen een redelijke termijn is afgerond, vermindert het hof de straf met 6 maanden.