Aanleiding voor deze maatregel zijn de overvallen die in het voorjaar van 2016 plaatsvonden in enkele Brabantse bussen. Gedeputeerde Christophe van der Maat: “Dat is natuurlijk onacceptabel en de vervoerders hebben daarna met onze hulp meteen actie ondernomen. In het afgelopen jaar is met een pilot in Tilburg, Breda en ’s-Hertogenbosch al ervaring opgedaan met het pinnen in de bus en was er in de avonduren al geen contant geld meer in de bus aanwezig. Met die pilots is getest of de techniek voldoende betrouwbaar is en hebben we kunnen bekijken of de reizigers eraan kunnen wennen. De ervaringen bij de pilots waren uitstekend. Het pinnen kost niet meer tijd dan contant afrekenen en zowel de reizigers als de chauffeurs ervaren het als een prima oplossing. Daarom hebben we er in Brabant voor gekozen om versneld alle cash van de bussen te halen. Zo heeft het geen enkele zin meer om de buschauffeur voor een paar euro te beroven.”
Tijdelijk hoger tarief
Om de kosten te kunnen dekken om alle 822 Brabantse bussen van betaalapparatuur te kunnen voorzien, heeft het provinciebestuur besloten tot een tijdelijke verhoging van de OV-reistarieven vanaf 1 januari 2018. Het regionale kilometertarief wordt € 0,0023 duurder en de prijs van een ritkaartje en dalurendagkaartje wordt respectievelijk met € 0,15 en € 0,20 verhoogd. Om reizigers goed te informeren over het verdwijnen van contant geld in de bus, wordt een campagne gestart. Uiteraard geldt het verdwijnen van de contante betaling van een kaartje alleen voor de kaartjes die in de bus zelf gekocht worden. Op alle reguliere verkooppunten voor OV-bewijzen blijft contant betalen voor een buskaartje gewoon mogelijk. Daarnaast wordt het aantal verkooppunten uitgebreid met verkooppunten bij VVV’s en Primera’s in grote steden.