Ze roept de formerende partijen op een rechtvaardig Kinderpardon een plek te geven in het regeerakkoord.
Kalverboer stelt dat het uitgangspunt van het Kinderpardon - uitzicht op een vergunning na vijf jaar verblijf in Nederland – goed is. Het zijn de voorwaarden die zorgen dat het Kinderpardon voor zoveel kinderen onrechtvaardig uitpakt. Onder de definitieve regeling werd 95 procent van alle aanvragen afgewezen omdat gezinnen niet aan alle voorwaarden voldeden. In 2016 kreeg zelfs maar één gezin een vergunning. 'Het doel van de huidige regeling lijkt om er zo min mogelijk kinderen onder te laten vallen. In die zin is het een schijnoplossing,' aldus de Kinderombudsvrouw.
Eerlijke kans
De voorwaarden moeten op de schop om te zorgen dat in Nederland gewortelde kinderen een eerlijke kans krijgen. Kalverboer: 'Met de komst van het Kinderpardon werd erkend dat deze kinderen een toekomst in Nederland verdienen. Nu is het tijd om die toekomst ook echt te garanderen.' Op dit moment is het bijvoorbeeld zo dat kinderen niet in aanmerking komen voor het Kinderpardon als ouders onvoldoende hebben gewerkt aan vertrek, ooit een verkeerde nationaliteit hebben opgegeven of geen asiel hebben aangevraagd. De Kinderombudsvrouw vindt dat kinderen niet mogen worden afgerekend op de beslissingen van hun ouders. Dit is in strijd met het gelijkheidsbeginsel dat in artikel 2 van het Kinderrechtenverdrag staat. Om te komen tot een rechtvaardig Kinderpardon beveelt zij in het alternatieve Kinderpardon onder meer aan om het meewerkcriterium te schrappen, de regeling uit te breiden naar kinderen die geen asiel hebben aangevraagd en het toezichtscriterium aan te passen zodat kinderen die tenminste vijf jaar onder toezicht hebben gestaan van Rijk of gemeente ook in aanmerking komen.
Kind centraal
Om te zorgen dat meer kinderen succesvol een beroep kunnen doen op het Kinderpardon, wil de Kinderombudsvrouw bovendien dat de regeling wordt verankerd in de Vreemdelingenwet of het Vreemdelingenbesluit. Kalverboer: 'Op dit moment is het Kinderpardon in geen enkele wet verankerd. Hierdoor heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, die over deze regels gaat, te veel beleidsvrijheid.'
Het Kinderpardon vormt slechts één onderdeel van vreemdelingenbeleid dat over de belangen van kinderen gaat. De Kinderombudsman is groot voorstander van het verankeren van het belang van het kind in de Vreemdelingenwet. Op die manier staat het belang van het kind niet alleen in deze regeling centraal, maar in alle besluiten die de overheid in het kader van de Vreemdelingenwet over kinderen neemt.