Door de inzet van onder andere het Rode Kruis was er een afname tot 36,5 procent van de omvang van de ebola-uitbraak. Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, dat vandaag is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift ‘PLOS Neglected Tropical Diseases’.
Het Rode Kruis heeft zich tijdens de ebola-uitbraak tussen 2013 en 2016 in de landen Sierra Leone, Liberia en Guinea gestort op het veilig begraven van ebola-slachtoffers. Nadat iemand is overleden aan ebola, is de kans op besmetting van anderen die in aanraking komen met de overledene groot. Het ebola-virus zit op dat moment nog steeds in het lichaam en verspreidt zich makkelijk. Door lokale tradities, zoals het aanraken van de overledene voordat deze wordt begraven, verspreidt de ziekte zich verder.
Speciale teams
Het Rode Kruis heeft tijdens de laatste ebola-uitbraak speciale teams van lokale vrijwilligers ingezet om slachtoffers veilig, maar waardig te begraven. Dit deden zij zoveel mogelijk volgens de plaatselijke rituelen, maar op een veilige manier. Om zelf veilig te blijven, waren de ruim 1.500 vrijwilligers van top tot teen gehuld in beschermende pakken. Het Rode Kruis heeft meer dan 47.000 slachtoffers veilig begraven in de drie landen.
Uit het onderzoek blijkt het belang van de inzet van lokale vrijwilligers, die de lokale taal en gebruiken kennen. Zij konden de besmettelijkheid van de overledene op de juiste manier aankaarten, waarbij zij de bevolking wezen op het gevaar van lichamelijk contact. Op deze manier konden de vrijwilligers ervoor zorgen dat er niet meer slachtoffers vielen en er toch een waardige uitvaart voor slachtoffers was.
Blijvend investeren kennis ebola
Uit het onderzoek blijkt dat er blijvend geïnvesteerd moet worden in de kennis en vaardigheden van lokale vrijwilligers en hulpverleners in de gezondheidszorg om te zorgen dat gemeenschappen op de juiste manier en op het juiste moment reageren op ebola. Het prijskaartje van deze investering is veel minder groot dan het alternatief, niets doen met als gevolg een volgende dodelijke uitbraak van de ziekte.
,,De recente uitbraak van ebola in de Democratische Republiek Congo herinnert ons aan het grote belang van deze zorg”, zegt Elhadj As Sy, secretaris generaal van het Internationale Rode Kruis (IFRC). ,,Internationale partnes moeten investeren in lokale capaciteit en opleiding en vaardigheden van de lokale bevolking. Dit zal ervoor zorgen dat gemeenschappen beter kunnen acteren en zich beter kunnen beschermen wanneer er in de toekomst een volgende gezondheidscrisis volgt.”
Op dit moment zijn er 10.000 getrainde Rode Kruis-vrijwilligers in de door ebola getroffen landen. Zij staan klaar om direct te handelen en hulpverlening op te schalen als het nodig is.