In een steekproef onder 92 CEO’s van Amerikaanse commerciële banken in de periode 2006-2014 werd onderzocht hoe narcistisch de CEO’s waren en welke invloed die karaktertrek had op het risicovol handelen van hun bank. De onderzoekers vroegen zich verder af hoe dat risicovol gedrag na de shock doorwerkte in de veerkracht en het herstelvermogen van deze banken.
Risicovolle derivaten
Banken met narcistischer CEO’s investeerden vóór de schok meer in risicovolle derivaten en ‘off-balance sheet items’ (zoals door hypotheken gedekte waardepapieren). Het effect van CEO-narcisme werd nog sterker wanneer het samenging met een beloningsbeleid dat risicogedrag stimuleerde (via aandelenopties). Het effect werd minder wanneer in de raad van bestuur meer onafhankelijke experts zaten (en dus scherper toezicht werd gehouden).
Risicovol narcistisch gedrag vormde een gevaarlijke cocktail. Banken werden kwetsbaarder en door uitputting van het eigen vermogen duurde het langer voordat ze weer terug waren op het niveau van vóór de schok.
Kapitaalinjecties
Risicovol investeren hoeft niet meteen problematisch te zijn bij rooskleurige economische omstandigheden of wanneer banken eenvoudig nieuw kapitaal kunnen aantrekken, maar de ‘squeeze’ van de kapitaalmarkt na september 2008 maakte dit alles erg gecompliceerd.
Kapitaalinjecties van de Amerikaanse overheid via het Troubled Assets Relief Program (TARP) hebben de schadelijke effecten op de veerkracht en het herstelvermogen van banken verzacht. Met deze kapitaalinjecties konden banken hun uitgeputte eigen vermogen (deels) weer aanvullen. Waar TARP als doel had om de noodlijdende financiële sector er weer bovenop te helpen, financierde TARP in feite de (buitensporig) risicovolle strategieën van narcistische CEO’s.