Staatssecretaris Van Dam: “De Nederlandse land- en tuinbouw is internationaal toonaangevend en kan dat blijven door te investeren in de vooruitgang. Met satellietdata kunnen boeren het gewas heel gedetailleerd volgen, en precies daar ingrijpen waar dat nodig is. Daarmee maken we de land- en tuinbouw efficiënter én duurzamer. Zo behouden we onze koppositie en kunnen we ook in de toekomst blijven bijdragen aan de wereldwijde opgave om genoeg eten te produceren.”
Speciale meetapparatuur
De data en is afkomstig van zogeheten aardobservatie-satellieten die op een afstand van 500 tot 900 kilometer in een baan om de aarde cirkelen. Met hoogwaardige meet- en opnameapparatuur verzamelen zij unieke informatie over de bodemkwaliteit, vochtgehalte, temperatuur en de atmosfeer. Ook kan de ontwikkeling van de biomassa en het stikstof- en zetmeelgehalte in het gewas worden geanalyseerd. Daarnaast verzamelen de satellieten informatie op tal van andere terreinen zoals de ontwikkeling van waterkwaliteit, bosbouw en natuur. De satellietdata is al dit aankomende groeiseizoen beschikbaar via satellietdataportaal.nl.
Satellietdata vrij beschikbaar
Het uitlezen van deze ruwe satellietdata is zeer ingewikkeld. In de regel zullen het daarom vooral kennisinstellen en gespecialiseerde bedrijven zijn die de data analyseren en omzetten in nuttige informatie die boeren kunnen toepassen in hun bestaande bedrijfsvoering. Bijvoorbeeld actuele informatie over de vegetatie (www.groenmonitor.nl) of gericht bemestingsadvies en irrigatieadvies (www.akkerweb.nl). Met dergelijke slimme teeltmethoden kan de boer flink besparen op brandstof, zaaigoed, kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen en water.
Nationale Proeftuin Precisielandbouw
De aanschaf van satellietdata sluit aan bij de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL), waar staatssecretaris Van Dam onlangs twee miljoen euro voor vrijmaakte. De proeftuin is erop gericht de introductie van precisielandbouw in Nederland te versnellen door bestaande initiatieven te verbinden en te versterken, en waar nodig aanvullende experimenteerruimte op te zetten.