Zorgvuldigheid
Of bierfietsen in de binnenstad wenselijk zijn of niet, is geen rechtsvraag die de rechter kan toetsen. Wel kan de rechter beoordelen of het gebiedsverbod zorgvuldig tot stand is gekomen en of er voldoende is stilgestaan bij alle belangen die daarbij een rol spelen. De rechter is van oordeel dat van beide geen sprake is.
Openbare orde
De burgemeester is bevoegd om beslissingen te nemen die over de openbare orde gaan. Bij het verbod om met de bierfiets door de binnenstad te rijden heeft de burgemeester ook gekeken naar verkeershinder en verkeersveiligheid, terwijl de besluiten daarover moeten worden genomen door het college van burgemeester en wethouders. Dat het college bij het besluit van de burgemeester is betrokken, blijkt niet. Of de bescherming van de openbare orde zonder die verkeersaspecten het verbod rechtvaardigt, is nu niet duidelijk. De burgemeester zal hier opnieuw naar moeten kijken.
Belangen van exploitanten
De rechter stelt verder dat er niet voldoende kritisch is gekeken naar belangen van de exploitanten. Door het hele centrum als verboden gebied aan te wijzen kunnen de bierfietsen, die in het centrum staan gestald, ook niet naar delen van de stad worden gereden waar het verbod niet geldt. Daarmee zorgt het gebiedsverbod er feitelijk voor dat de exploitanten hun onderneming niet voort kunnen zetten. De burgemeester heeft zich dit onvoldoende gerealiseerd.
Verbod nog niet van kracht
Door de uitspraak wordt het verbod niet al op 1 januari 2017 van kracht. Eerst zal de burgemeester een beslissing moeten nemen op het door de exploitanten ingestelde bezwaar.