De zwarte slingeraap kent een draagtijd van ongeveer 7,5 maand: twee maanden langer dan vergelijkbare apensoorten. Ze krijgen meestal één jong. De eerste zes maanden houdt het jong zichzelf met handen, voeten en grijpstaart vast aan de moederbuik. Vanaf een half jaar zitten ze op de rug van de moeder.
Al snel eten ze steeds meer vast voedsel. Met vier tot vijf jaar zijn zwarte slingerapen volwassen. In het wild eten zwarte slingerapen veel rijpe vruchten, die 85 % van hun dieet uitmaken. Daarnaast eten ze ook zaden en soms paddenstoelen. Omdat zwarte slingerapen de vruchten die ze eten vaak in zijn geheel doorslikken, blijven de zaden erin goed intact. Daardoor zijn ze belangrijke verspreiders van de zaden van veel boom- en liaansoorten.
Zwarte slingerapen gebruiken hun staart als een ‘vijfde hand’, waarmee ze aan takken kunnen hangen zodat ze hun handen vrij hebben. Hun grijpstaart is heel lang en hun duimen zijn slecht ontwikkeld. Slingerapen, en andere aapsoorten uit Zuid-Amerika, verschillen hierin van aapsoorten op andere continenten.
Kwetsbaar
Met de geboorte van de zwarte slingeraap draagt Artis bij aan het Europese fokprogramma van de diersoort. Volgens de Rode Lijst van bedreigde diersoorten van IUCN, de internationale natuurbeschermingsorganisatie, is de zwarte slingeraap (Ateles paniscus) kwetsbaar. De afgelopen 45 jaar is het aantal slingerapen met 30 % afgenomen door verlies van het leefgebied en de jacht. De IUCN verwacht dat het aantal zwarte slingerapen de komende jaren verder zal teruglopen.